Dit hoofdstuk beschrijft de technische aspecten van het toevoegen van OW-bestanden aan een aanlevering aan de LVBB. Paragraaf 4.1 schrijft voor welke OW-bestanden moeten worden aangeleverd. Paragraaf 4.2 stelt eisen aan de aanlevering.
De XML-applicatieschema's genoemd in dit hoofdstuk zijn te vinden in: https://register.geostandaarden.nl/xmlschema/tpod/v3.1.0/. Het versienummer van deze xsd's is: 'v3.1.0'.
Een aanlevering aan de LVBB bevat altijd een bestand met de naam naam manifest-ow.xml
. Dit
is het OW-manifest. Daarnaast bevat de OW-aanlevering
0 of meer bestanden met OW-objecten, deze zijn opgesomd in het OW-manifest. Het
OW-manifest bevat niet de opsomming van de GML-bestanden; deze staan in het (OP-)manifest.
Regels:
- Het manifest-ow.xml in een OW-aanlevering moet voldoen aan het xml-schema in
bestanden-ow/generiek/manifest-ow.xsd
. (LVBB1032) - Het xml-attribuut schemaversie in het root element van het manifest-ow.xml bestand bevat het versienummer van het gebruikte xsd. (TPOD1160)
- De bestanden waar het manifest-ow.xml naar verwijst moeten bestaan. (LVBB1016)
Zie paragraaf 2.1 voor een uitleg van de XML elementen in deze bestanden.
In het OW-manifest is beschreven welke OW-bestanden er zijn. Relaties in het IMOW worden geserialiseerd door de identificaties van de gerelateerde objecten op te nemen.
Regels:
- OW-bestanden moeten voldoen aan het xml-schema in
bestanden-ow/deelbestand-ow/IMOW_Deelbestand.xsd"
(TPOD1161) - Het xml-attribuut schemaversie in het root element owBestand bevat het versienummer van het gebruikte xsd. (TPOD1162)
- Bij een OW-aanlevering behorend bij een besluit over een omgevingsdocument met artikelstructuur mogen geen andere dan de volgende OW-objecten worden aangeleverd: Regeltekst, Juridische regel, Activiteit, Gebiedsaanwijzing, Omgevingsnorm, Omgevingswaarde, Locatie, Pons, Kaart, Kaartlaag en Regelingsgebied.
- Bij een OW-aanlevering behorend bij een besluit over een omgevingsdocument met vrijetekststructuur mogen geen andere dan de volgende OW-objecten worden aangeleverd: Divisietekst, Tekstdeel, Hoofdlijn, Gebiedsaanwijzing, Kaart, Kaartlaag, Regelingsgebied en Locatie.
Geometrie-objecten in het IMOW zijn gedeeld door STOP en IMOW en worden conform STOP als onderdeel van het GIO aangeleverd. Ze zitten niet in een OW-aanlevering. Vanuit de OW-objecten Gebied, Lijn en Punt wordt middels de relatie 'geometrie' verwezen naar de geometrie in het GIO. Deze verwijzing gebeurt via het 'id' attribuut in het GIO.
In vrijwel alle gevallen moet de geometrie van een Locatie binnen het ambtsgebied van het bevoegd gezag vallen. Vanwege enkele uitzonderingen op deze regel worden aanleveringen die hier niet aan voldoen niet geweigerd, wel kan een waarschuwing gegeven worden.
Bij het aanleveren dient er rekening gehouden te worden met de volgende aspecten:
- Identificatie van objecten
- Waardelijsten
- Toekennen van OW-objecten aan regeling
- Verwijzen tussen verschillende OW-objecten.
- Behoud functionele structuur
- Tijdelijk regelingdelen.
OW-objecten hebben in het DSO een unieke identificatie. Deze uniciteit wordt gewaarborgd door een unieke code die de bevoegd gezag identificeert te combineren met een identificatie van het object binnen het domein van het bevoegd gezag dat het besluit neemt waarmee de regeling wordt ingesteld of gewijzigd.
De wijze van het identificeren van objecten in het IMOW volgt de NEN3610-standaard. De identificatie volgt de volgende reguliere expressie:
'nl\.imow-(gm|pv|ws|mn|mnre)[0-9]{1,6}\.'
'(regeltekst|gebied|gebiedengroep|lijn|lijnengroep|punt|puntengroep|activiteit|'
'gebiedsaanwijzing|omgevingswaarde|omgevingsnorm|pons|kaart|tekstdeel|hoofdlijn|'
'divisie|kaartlaag|juridischeregel|activiteitlocatieaanduiding|normwaarde|regelingsgebied|'
'ambtsgebied|divisietekst)\.[A-Za-z0-9]{1,32}'
Onderdeel van de reguliere expressie | Betekenis |
---|---|
nl.imow- |
Alle gegevens die worden aangeleverd vanuit het IMOW dienen te starten met nl.imow- |
(gm|pv|ws|mn|mnre) |
keuze voor een code voor de bestuurslaag van het bevoege gezag : gm voor gemeente, pv voor provincie, ws voor waterschap of mnre voor ministerie. Het bevoegd gezag neemt het besluit neemt waarmee de Regeling wordt ingesteld of gewijzigd. |
[0-9]{1,6} |
De identificatie moet de code (uit de STOP-waardelijst voor gemeente, waterschap, provincie of ministerie) bevatten van het bevoegd gezag dat het besluit neemt waarmee de Regeling wordt ingesteld of gewijzigd. |
. |
een punt |
(regeltekst| ... |divisietekst) |
De naam van het OW-objecttype van het object waar de identificatie betrekking op heeft heeft |
[A-Za-z0-9]{1,32} |
Een codereeks van minimaal 1 en maximaal 32 alfanumerieke tekens, te bepalen door het bevoegd gezag |
De identificatie als geheel wordt dan bijvoorbeeld: nl.imow-gm0200.gebied.2019000001
Voor attributen waarvan de waarde uit een waardelijst komt zijn de toegestane waarden te vinden in de Stelselcatalogus.
Regel: Een attribuut waarvoor een waarde uit een waardelijst moet worden gekozen, moet de uri van die waarde uit de betreffende waardelijst in de Stelselcatalogus bevatten. (TPOD1300)
Een OW-object hoort bij een regeling. Als een besluit een regeling instelt of wijzigt horen de OW-objecten die in dat besluit ontstaan bij die regeling. Je kunt OW-objecten alleen wijzigen in wijzigingsbesluiten die die betreffende regeling wijzigen. Dit is vastgelegd in de volgende regels:
Regel: Het WorkIDRegeling van de OW-Aanlevering waarin een OW-object ontstaat bepaalt bij welke regeling een OW-object hoort.
Regel: Een OW-object mag alleen gewijzigd worden in een OW-aanlevering die hoort bij een besluit dat de regeling wijzigt waar het OW-object bij hoort. (TPOD1200)
Een actief OW-object mag niet verwijzen naar een beëindigd OW-object. Daarom moet een besluit dat een OW-object beëindigt ook alle verwijzingen naar dat OW-object beëindigen. Dit kan alleen als het bevoegd gezag die verwijzingen KAN wijzigen. Daarom gelden de volgende regels die verwijzingen naar OW-objecten van andere bevoegd gezagen inperken:
Regel: (TPOD1950):
- Een OW-object behorend bij een regeling niet zijnde een tijdelijk regelingdeel mag alleen verwijzen naar een OW-object behorend bij een regeling van hetzelfde bevoegd gezag, met uitzondering van de relatie bovenliggendeActiviteit van het OW-object Activiteit, waarvoor de specifieke regels van TPOD1951, TPOD1952 en TPOD1953 gelden;
- een OW-object behorend bij een regeling niet zijnde een tijdelijk regelingdeel mag niet verwijzen naar een OW-object behorend bij een tijdelijk regelingdeel;
- een OW-object behorend bij een tijdelijk regelingdeel mag alleen verwijzen naar een OW-object behorend bij hetzelfde tijdelijk regelingdeel, met uitzondering van de relatie bovenliggendeActiviteit van de tophaak-Activiteit van het tijdelijk regelingdeel, waarvoor de specifieke regels van TPOD1954 gelden.
Regel: een vastgestelde regeling mag geen verwijzingen bevatten naar OW-objecten in een ontwerpregeling. (TPOD1940)
De activiteiten in het stelsel vormen samen de ‘functionele structuur’. Deze boomstructuur bevat alle Activiteit objecten in de regelingen en de hiërarchie wordt bepaald door de bovenliggendeActiviteit relatie van de OW-Objecten van het type Activiteit. In Figuur 10 is het bovenste deel van functionele structuur getekend. Met Placeholder-Regeling wordt bedoeld de regeling die, met het opschrift Omgevingswet, in het stelsel is ingebracht met uitsluitend het doel om beschikbaar te stellen de bovenste Activiteiten van de functionele structuur zoals ‘Activiteit met gevolgen voor de fysieke leefomgeving’ en ‘Activiteit gereguleerd in het omgevingsplan’, de Activiteiten die zijn genoemd in artikel 5.1 Ow en enkele Activiteiten van de AMvB’s en de Omgevingsregeling. De regels in deze paragaaf zorgen ervoor dat de hiërarchie van de functionele structuur behouden blijft bij wijzigingen.
: de top van de hiërarchie van de functionele structuurDe volgende regel schrijft de naam en aanwezigheid van een tophaak Activiteit in regelingen voor:
Regel: (TPOD1951): Met uitzondering van AMvB en ministeriële regeling moet in iedere Regeling waarin één of meer Activiteiten zijn geannoteerd één zogenaamde tophaak voorkomen:
- voor de omgevingsverordening is dat de meest bovenliggende Activiteit van die Regeling; de naam van deze Activiteit moet zijn ‘Activiteit gereguleerd in de omgevingsverordening <naam provincie>’;
- voor de waterschapsverordening is dat de meest bovenliggende Activiteit van die Regeling; de naam van deze Activiteit moet zijn ‘Activiteit gereguleerd in de waterschapsverordening <naam waterschap>’;
- voor het omgevingsplan is dat de meest bovenliggende Activiteit van die Regeling; de naam van deze Activiteit moet zijn ‘Activiteit gereguleerd in het omgevingsplan gemeente <naam gemeente>’.
De volgende regels schrijven voor hoe de relatie bovenliggendeActiviteit moet worden ingevuld:
Regel: (TPOD1952): Voor omgevingsverordening, waterschapsverordening en omgevingsplan geldt, in afwijking van het bepaalde in regel TPOD1950, dat de relatie bovenliggendeActiviteit van een Activiteit niet zijnde de tophaak uitsluitend mag verwijzen naar een andere Activiteit die hoort bij dezelfde Regeling.
Regel: (TPOD1953) Voor de relatie bovenliggendeActiviteit van de tophaken geldt, in afwijking van het bepaalde in paragraaf TPOD1950, het volgende:
- in de omgevingsverordening moet de relatie bovenliggendeActiviteit van de tophaak verwijzen naar de 'Activiteit gereguleerd in de omgevingsverordening' in de Placeholder-Regeling;
- in de waterschapsverordening moet de relatie bovenliggendeActiviteit van de tophaak moet verwijzen naar de 'Activiteit gereguleerd in de waterschapsverordening' in de Placeholder-Regeling;
- in het omgevingsplan moet de relatie bovenliggendeActiviteit van de tophaak moet verwijzen naar de 'Activiteit gereguleerd in het omgevingsplan' in de Placeholder-Regeling;
- in AMvB en ministeriële regeling mag de relatie bovenliggendeActiviteit van een Activiteit uitsluitend verwijzen naar de ‘Activiteit gereguleerd bij AMvB’ of naar een andere Activiteit die hoort bij de Placeholder-Regeling, bij een AMvB of bij een ministeriële regeling.
Voor de tophaken van tijdelijk regelingdelen geldt de volgende regel:
Regel: (TPOD1954):
- in een tijdelijk regelingdeel waarin één of meer Activiteiten zijn geannoteerd moet één zogenaamde tophaak voorkomen;
- de tophaak is de meest bovenliggende Activiteit van het tijdelijk regelingdeel;
- de naam van de tophaak annex de meest bovenliggende Activiteit moet zijn ‘Activiteit gereguleerd in <citeertitel tijdelijk regelingdeel>’;
- voor een tijdelijk regelingdeel geldt dat de relatie bovenliggendeActiviteit van de tophaak moet verwijzen naar de tophaak van de regeling waaraan het tijdelijk regelingdeel door middel van het element isTijdelijkdeelVan gekoppeld is.