test.txt

dan	nld	To, fire og seks er lige tal.	Twee, vier en zes zijn even getallen.
dan	nld	Han fæstnede sit blik på mig.	Hij vestigde zijn blik op mij.
dan	nld	Hvor er hendes familie?	Waar is haar familie?
dan	nld	Jeg føler mig lettet.	Ik voel mij opgelucht.
dan	nld	I er et problem.	Jullie zijn een probleem.
dan	nld	Jeg har ingen småpenge.	Ik heb geen kleingeld.
dan	nld	'Den gamle mand og havet' er en meget spændende bog.	De Oude Man en de Zee is een heel spannend boek.
dan	nld	Vi er folket.	Wij zijn het volk.
dan	nld	Disse fotoer er blevet photoshoppet.	Deze foto's zijn bewerkt.
dan	nld	Han så ulykken på vej til skole.	Hij zag het ongeval onderweg naar school.
dan	nld	Tyve år er lang tid.	Twintig jaar is een lange tijd.
dan	nld	Han er stærk.	Hij is sterk.
dan	nld	Jeg har en hvid hund og en sort hund.	Ik heb een witte hond en een zwarte hond.
dan	nld	Er der et eller andet at drikke i køleskabet?	Is er iets te drinken in de koelkast?
dan	nld	Han var en pioner på dette felt.	Hij was een pionier op dat gebied.
dan	nld	Han tæller hurtigst af alle børn.	Hij telt het snelst van alle kinderen.
dan	nld	Du skal lære engelsk, om du vil det eller ej.	Ge moet Engels leren, of ge wilt of niet.
dan	nld	Mary er kniplerske.	Maria is kantklosser.
dan	nld	Tom sov på luftmadrassen.	Tom sliep op de luchtmatras.
dan	nld	Det er ikke let at skrive et kærestebrev på engelsk.	Het is niet makkelijk om een liefdesbrief te schrijven in het Engels.
dan	nld	Tom gav Mary en hjerteformet småkage.	Tom gaf Marie een hartvormig koekje.
dan	nld	Kommer Tom?	Komt Tom?
dan	nld	Hun er stærk.	Zij is sterk.
dan	nld	Hvor gammel er din far?	Hoe oud is je vader?
dan	nld	Bilen er blå.	De auto is blauw.
dan	nld	Glem ikke: ingen ved alt.	Vergeet het niet: niemand weet alles.
dan	nld	Mere kaffe?	Meer koffie?
dan	nld	Børn burde drikke mælk hver dag.	Kinderen zouden elke dag melk moeten drinken.
dan	nld	Muren er to meter tyk.	De muur is twee meter dik.
dan	nld	Det er alt hvad jeg ved.	Dat is alles wat ik weet.
dan	nld	Det er koldt.	Het is koud.
dan	nld	Alperne ligger i centrum af Europa.	De Alpen liggen in het midden van Europa.
dan	nld	Hvor er du i morgen ved denne tid?	Waar zult ge morgen zijn op dit uur?
dan	nld	Mit kørekort udløber i slutningen af denne måned.	Mijn rijbewijs verloopt eind deze maand.
dan	nld	De smilede til hinanden.	Ze glimlachten naar elkaar.
dan	nld	Jeg kan ikke udtale dit efternavn.	Ik kan uw familienaam niet uitspreken.
dan	nld	Han har en pacemaker.	Hij heeft een pacemaker.
dan	nld	Jeg har penge.	Ik heb geld.
dan	nld	Du kan ikke hjælpe mig.	Je kan me niet helpen.
dan	nld	Ajax Amsterdam er Hollands bedst kendte fodboldklub.	Ajax Amsterdam is de meest bekende voetbalclub van Nederland.
dan	nld	Du har misforstået det hele.	U hebt alles verkeerd begrepen.
dan	nld	Der er en klar forskel mellem de to.	Er is een duidelijk verschil tussen deze twee.
dan	nld	Unge mænd og kvinder kæmpede for at forsvare deres land.	Jonge mannen en vrouwen vochten om hun land te verdedigen.
dan	nld	I mit værelse er der ingen ure.	In mijn kamer zijn er geen klokken.
dan	nld	I USA kører bilerne i højre side af vejen.	In de VS rijden de auto's rechts.
dan	nld	Hans kone er fransk.	Zijn vrouw is Franse.
dan	nld	Velkommen til Tatoeba!	Welkom bij Tatoeba.
dan	nld	Taler du portugisisk?	Spreek je Portugees?
dan	nld	Jeg blev angrebet.	Ik werd aangevallen.
dan	nld	Jeg ser tårer i dine øjne.	Ik zie tranen in je ogen.
dan	nld	Hvor høj er det?	Hoe hoog is het?
dan	nld	Hvornår blev hun født?	Wanneer is ze geboren?
dan	nld	Summen på kvadratet af kateterne er lig kvadratet på hypotenusen.	De som van de kwadraten van de rechthoekszijden is gelijk aan het kwadraat van de hypotenusa.
dan	nld	Esperanto er et internationalt plansprog.	Esperanto is een internationale plantaal.
dan	nld	Mine øjne er blå.	Mijn ogen zijn blauw.
dan	nld	Mary kan ikke udstå Tom.	Maria kan Tom niet uitstaan.
dan	nld	Jeg vil have sex med hende.	Ik wil seks met haar hebben.
dan	nld	Hollænderne er de højeste mennesker i verden.	Nederlanders zijn de langste mensen op aarde.
dan	nld	Jeg har været gravid i fire uger.	Ik ben vier weken zwanger.
dan	nld	Betty har dræbt ham.	Betty heeft hem gedood.
dan	nld	Besvar spørgsmålet.	Beantwoord de vraag.
dan	nld	Jeg er altid sulten.	Ik heb altijd honger.
dan	nld	Ilden brænder.	Het vuur brandt.
dan	nld	Var han i Hokkaido sidste år?	Is hij in Hokkaido geweest vorig jaar?
dan	nld	Jeg arbejder her.	Ik werk hier.
dan	nld	Godnat!	Goedenacht!
dan	nld	Kan du lide sorte katte?	Hou je van zwarte katten?
dan	nld	Jeg kan tale en smule fransk.	Ik spreek een beetje Frans.
dan	nld	Denne kaffe er for bitter.	Deze koffie is te bitter.
dan	nld	Godt begyndt er halvt fuldendt.	Goed begonnen is half gewonnen.
dan	nld	Han er, så at sige, et omvandrende leksikon.	Hij is, zo te spreken, een lopende encyclopedie.
dan	nld	Løb væk!	Loop weg!
dan	nld	Priserne stiger dag for dag.	De prijzen verhogen elke dag.
dan	nld	Jeg har ledt efter den hele formiddagen.	Ik heb het de hele voormiddag gezocht.
dan	nld	Hvordan udtales dit fornavn?	Hoe wordt je voornaam uitgesproken?
dan	nld	Hendes kinder var røde.	Haar wangen waren rood.
dan	nld	Hvor er toilettet?	Waar is het toilet?
dan	nld	I en sund krop er der en sund sjæl.	In een gezond lichaam huist een gezonde geest.
dan	nld	Vil du have en kop kaffe mere?	Wilt ge nog een tas koffie?
dan	nld	Kvinden er smuk.	De vrouw is mooi.
dan	nld	Hendes navn er Lucifera.	Haar naam is Lucifera.
dan	nld	Kan du lære mig at flyve?	Kun je me leren vliegen?
dan	nld	Min hobby er mit akvarie.	Mijn hobby is mijn aquarium.
dan	nld	Det tordner.	Het dondert.
dan	nld	Tom er Marys eks.	Tom is de ex van Mary.
dan	nld	Hun er ateist.	Zij is atheïst.
dan	nld	Manden spiste brød.	De man at brood.
dan	nld	Jeg drikker kaffe på en café.	Ik ben aan het koffie drinken in een café.
dan	nld	Tom arbejder.	Tom werkt.
dan	nld	Jeg er tredive.	Ik ben dertig jaar oud.
dan	nld	Hvad kaldes denne fisk på engelsk?	Hoe heet deze vis in het Engels?
dan	nld	Jeg lånte min ordbog ud til Tom, og nu har jeg fået den tilbage med flere æselører.	Ik had aan Tom mijn woordenboek uitgeleend, en nu kreeg ik het terug met heel wat ezelsoren.
dan	nld	Hvad er lykken?	Wat is geluk?
dan	nld	Mary kan ikke fordrage Tom.	Maria kan Tom niet verdragen.
dan	nld	Den guitar er så dyr, at jeg ikke kan købe den.	Die gitaar is zo duur dat ik hem niet kan kopen.
dan	nld	Tak for oplysningen.	Bedankt voor de inlichting.
dan	nld	Flaget er hejst.	De vlag is gehesen.
dan	nld	Jeg kommer fra Norge.	Ik kom uit Noorwegen.
dan	nld	I dag er det den første dag af resten af dit liv.	Vandaag is het de eerste dag van de rest van je leven.
dan	nld	Vi vil snart vide sandheden.	We zullen weldra de waarheid weten.
dan	nld	Jeg har hjerter knægt.	Ik heb harten boer.
dan	nld	Jeg købte en ny bil til hende.	Ik heb een nieuwe auto voor haar gekocht.
dan	nld	Jeg har en hund og to katte.	Ik heb een hond en twee katten.
dan	nld	Tak for din gave.	Bedankt voor je cadeau.
dan	nld	Mange tak!	Hartelijk dank!
dan	nld	Jeg ønskede at hyre en bus.	Ik wilde een bus huren.
dan	nld	Taler du esperanto?	Spreek je Esperanto?
dan	nld	Hvad spiser man i Egypten?	Wat eten de mensen in Egypte?
dan	nld	Hun tjener 30 dollar om dagen.	Ze verdient 30 dollar per dag.
dan	nld	Hun har blå øjne.	Ze heeft blauwe ogen.
dan	nld	Han bar en kniv eller noget lignende.	Hij droeg een mes of iets dergelijks.
dan	nld	Jeg føler mig aldrig svimmel, når jeg står op.	Ik voel me nooit duizelig als ik op sta.
dan	nld	Han spiste bananer og æbler.	Hij at bananen en appels.
dan	nld	Ingen er fuldkommen.	Niemand is perfect.
dan	nld	Mine forældre bor i Kyoto.	Mijn ouders wonen in Kioto.
dan	nld	Jeg har endnu en ven i Kina.	Ik heb nog een vriend in China.
dan	nld	Vores lærer taler nogle gange for hurtigt.	Onze leraar spreekt soms te snel.
dan	nld	Hun kan hverken skrive eller læse.	Ze kan niet lezen of schrijven.
dan	nld	Jeg søger arbejde.	Ik ben een baan aan het zoeken.
dan	nld	Hun gav ham en lussing.	Ze gaf hem een oorvijg.
dan	nld	Jeg er trist.	Ik ben bedroefd.
dan	nld	Jeg er syg.	Ik ben ziek.
dan	nld	Hiromi har en ny kjole på.	Hiromi draagt een nieuwe jurk.
dan	nld	Dine drømme er næsten lige så forvrængede som mine mareridt.	Jouw dromen zijn bijna even gestoord als mijn nachtmerries.
dan	nld	Smeden arbejder i sin smedje.	De smid werkt in zijn smidse.
dan	nld	Hej skat, jeg er hjemme.	Hoi schat, ik ben thuis.
dan	nld	Er drikke gratis?	Zijn dranken gratis?
dan	nld	Jeg spiser nudler.	Ik eet noedels.
dan	nld	Toget er allerede kørt.	De trein is al vertrokken.
dan	nld	Jeg måtte blive i sengen hele dagen.	Ik moest de hele dag in bed blijven.
dan	nld	Er du stået sent op?	Bent u laat opgestaan?
dan	nld	Astronauterne tog op til månen i en raket.	De astronauten gingen naar de maan in een raket.
dan	nld	Violin, piano og harpe er musikinstrumenter.	Viool, piano en harp zijn muziekinstrumenten.
dan	nld	Der er få møbler i mit hus.	Er zijn maar weinig meubels in mijn huis.
dan	nld	Mit værelse er meget lille.	Mijn kamer is echt klein.
dan	nld	Tom og Mary spiser ikke længere kød.	Tom en Maria eten geen vlees meer.
dan	nld	Vedkommende er en god sanger.	Hen is een goede zanger.
dan	nld	Rødt er ikke mere på mode.	Rood is niet meer in de mode.
dan	nld	Hvor er han?	Waar is hij?
dan	nld	Ifølge mig har han ret.	Volgens mij heeft hij gelijk.
dan	nld	Drengen nægtede at han havde stjålet cyklen.	De jongen ontkende de fiets gestolen te hebben.
dan	nld	Denne vej er meget lang.	Deze weg is heel lang.
dan	nld	Vores stige er i stykker.	Onze ladder is stuk.
dan	nld	Du kan få denne bog gratis.	Je mag dit boek gratis hebben.
dan	nld	Er du single?	Ben je alleenstaand?
dan	nld	Du er læge.	Je bent een dokter.
dan	nld	Kurdisk er mit modersmål.	Het Koerdisch is mijn moedertaal.
dan	nld	Lod du vinduet stå åbent?	Hebt ge het venster opengelaten?
dan	nld	Jeg spiller på PlayStation 3.	Ik speel op de PlayStation 3.
dan	nld	Jeg har det godt.	Mij gaat het goed.
dan	nld	Mange børn dør af sult i Afrika.	Veel kinderen in Afrika sterven van de honger.
dan	nld	Tom er upopulær.	Tom is onpopulair.
dan	nld	En million er et tal med syv cifre.	Miljoen is een getal met zeven cijfers.
dan	nld	Tillykke med fødselsdagen!	Gelukkige verjaardag!
dan	nld	Kvinden er ved at læse.	De vrouw is aan het lezen.
dan	nld	Jeg er fra Estland.	Ik kom uit Estland.
dan	nld	Hvad er dit navn?	Wat is je naam?
dan	nld	Jeg har brug for et kilo tomater.	Ik heb een kilo tomaten nodig.
dan	nld	Hvilken dejlig dag, ikke sandt?	Wat een goede dag, nietwaar?
dan	nld	Fugle synger.	Vogels zingen.
dan	nld	Elsker du mig?	Hou je van mij?
dan	nld	Hvordan har du det?	Hoe gaat het met je?
dan	nld	Om vinteren har vi meget sne.	In de winter is er bij ons veel sneeuw.
dan	nld	Svejtserfrancen er bundet til euroen.	De Zwitserse frank is aan de euro gekoppeld.
dan	nld	I morgen er det lørdag, den 5. februar 2011.	Morgen is het zaterdag, 5 februari 2011.
dan	nld	Briterne forstod kun vagt hvorfor de stemte.	De Britten hebben slechts vaag begrepen waarom ze stemden.
dan	nld	Det gør så ondt! Stop det!	Het doet zo'n pijn. Stop!
dan	nld	Er mælk sundt?	Is melk gezond?
dan	nld	Kan hun lide appelsiner?	Houdt zij van sinaasappels?
dan	nld	Hvorfor vil regeringen læse mine e-mails?	Waarom wil de regering mijn e-mail lezen?
dan	nld	Cyklen ved døren er min.	De fiets bij de deur is van mij.
dan	nld	Jeg bruger Windows for Workgroups 3.11 som operationssystem på min computer.	Ik gebruik als bestuurssysteem in mijn computer Windows voor werkgroepen 3.11.
dan	nld	Moder Teresa blev født i Jugoslavien i 1910.	Moeder Teresa werd geboren in Joegoslavië in 1910.
dan	nld	Forstået?	Verstaan?
dan	nld	Jeg er allergisk over for katte.	Ik ben allergisch voor katten.
dan	nld	Ethvert menneske er en verden.	Ieder mens is een wereld.
dan	nld	En dreng eller en pige?	Een jongen of een meisje?
dan	nld	Øje for øje og tand for tand.	Oog om oog en tand om tand.
dan	nld	Han har en hund og seks katte.	Hij heeft een hond en zes katten.
dan	nld	Jeg, du, han, hun, det, vi, I, de er personlige stedord.	Ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij zijn persoonlijke voornaamwoorden.
dan	nld	Jeg har rygproblemer.	Ik heb rugklachten.
dan	nld	Jeg, du, han, hun, det, vi, I, de er personlige stedord.	Ik, gij, hij, zij, het, wij, gij, zij zijn persoonlijke voornaamwoorden.
dan	nld	Mit telefonnummer er 98 76 54 32.	Mijn telefoonnummer is 9876-5432.
dan	nld	Vores skole ligger nær stationen.	Onze school is dicht bij het station.
dan	nld	En måned er for lidt tid.	Een maand is te weinig tijd.
dan	nld	Hvad er din blodtype?	Wat is uw bloedgroep?
dan	nld	Ajax Amsterdam er den mest kendte fodboldklub i Holland.	Ajax Amsterdam is de meest bekende voetbalclub van Nederland.
dan	nld	Velkommen!	Welkom!
dan	nld	Dette hus er ikke til salg.	Dit huis is niet te koop.
dan	nld	De spurgte ham.	Ze vroegen hem.
dan	nld	Min kone er læge.	Mijn vrouw is arts.
dan	nld	Der er et hår i min suppe.	Er is een haar in mijn soep.
dan	nld	Vores skole begynder klokken otte.	Onze school begint om acht uur.
dan	nld	Er kviksølv virkelig et metal?	Is kwikzilver echt een metaal?
dan	nld	Ikke alle børn kan lide æbler.	Niet alle kinderen houden van appels.
dan	nld	Godmorgen!	Goedemorgen!
dan	nld	Der er mælk i køleskabet.	Er is melk in de koelkast.
dan	nld	Jeg er en mand.	Ik ben een man.
dan	nld	Tom kan lide berlinerpfannkuchen.	Tom houdt van boules de Berlin.
dan	nld	Følg hans eksempel.	Volg zijn voorbeeld.
dan	nld	I denne sag er vi enige.	In deze zaak zijn we het eens.
dan	nld	Jeg husker huset, som jeg er vokset op i.	Ik herinner me het huis waar ik opgegroeid ben.
dan	nld	Jeg har ikke set hende siden dengang.	Sindsdien heb ik haar niet meer gezien.
dan	nld	Han gav hende en bog.	Hij gaf haar een boek.
dan	nld	Efter søndag kommer mandag.	Na zondag komt maandag.
dan	nld	Aftensmaden er klar.	Het avondeten is klaar.
dan	nld	Han kender borgmesteren.	Hij kent de burgemeester.
dan	nld	Goddag!	Goedendag!
dan	nld	Han kender ingen af os.	Hij kent niemand van ons.
dan	nld	Jeg holder meget af pizza.	Ik heb heel graag pizza.
dan	nld	Du har lavet den samme fejl.	Gij hebt dezelfde fout gemaakt.
dan	nld	Giv Tom hans byttepenge.	Geef Tom zijn wisselgeld.
dan	nld	Tom var blind passager på skibet.	Tom was een blinde passagier op het schip.
dan	nld	Hvad er det?	Wat is dat?
dan	nld	Sommetider gør det ondt at sige sandheden.	Soms doet het pijn de waarheid te spreken.
dan	nld	Tom flippede ud.	Tom flipte helemaal.
dan	nld	Mars, den røde planet, er den fjerde planet.	Mars, de rode planeet, is de vierde planeet.
dan	nld	Hun købte grønsager i går.	Ze heeft gisteren groenten gekocht.
dan	nld	Tokyo er en stor by.	Tokio is een grote stad.
dan	nld	Jeg kan ikke løfte min højre arm.	Ik kan mijn rechterarm niet optillen.
dan	nld	Jeg drikker kaffe på en cafe.	Ik ben aan het koffie drinken in een café.
dan	nld	Hvorfor græder du?	Waarom huilt u?
dan	nld	Det har sneet hele natten.	Het heeft de hele nacht gesneeuwd.
dan	nld	Jeg er så tyk.	Ik ben zo dik.
dan	nld	Jeg kom, jeg så, jeg sejrede.	Ik kwam, ik zag, ik overwon.
dan	nld	Jorden er rund.	De aarde is rond.
dan	nld	Hun rødmede af skam.	Ze bloosde van schaamte.
dan	nld	Men vi kan ikke forstå ham.	Maar we kunnen hem niet verstaan.
dan	nld	Du er meget modig.	U bent erg moedig.
dan	nld	Kvinden er næsten døv.	De vrouw is bijna doof.
dan	nld	Hun kyssede sin far på kinden.	Ze kuste haar vader op de wang.
dan	nld	Luk øjnene.	Sluit de ogen.
dan	nld	Min abe er løbet væk!	Mijn aap is weggelopen!
dan	nld	Jeg er måske for gammel.	Misschien ben ik te oud.
dan	nld	Vejen følger floden.	De weg loopt langs de rivier.
dan	nld	Terrorgruppen IS, islamiske stat, har hejst sit flag på tre forskellige steder i den syriske landsby Ziyaret.	Terreurgroep IS (Islamitische Staat) heeft op drie verschillende plekken in het Syrische dorp Ziyaret haar vlag gehesen.
dan	nld	Han er min halvbror.	Hij is mijn halfbroer.
dan	nld	Jeg er tørstig.	Ik heb dorst.
dan	nld	Han døde i mine arme.	Hij is in mijn armen gestorven.
dan	nld	Hvor gammel er den ældste?	Hoe oud is de oudste?
dan	nld	Jeg skammer mig over dig.	Ik schaam me voor jou.
dan	nld	Der ligger en appelsin på bordet.	Er ligt een sinaasappel op de tafel.
dan	nld	Jeg har bestilt en pizza.	Ik heb een pizza besteld.
dan	nld	Arbejder hun i køkkenet?	Werkt ze in de keuken?
dan	nld	Ken er ældre end Seiko.	Ken is ouder dan Seiko.
dan	nld	Hvad med en drink?	Wat dacht je van een drankje?
dan	nld	Hvor er du?	Waar ben je?
dan	nld	Jeg har hovedpine.	Ik heb hoofdpijn.
dan	nld	Vi er mennesker.	Wij zijn mensen.
dan	nld	Også jeg er lærer.	Ik ben ook leraar.
dan	nld	Han er skuespiller.	Hij is een acteur.
dan	nld	Mælken er i køleskabet.	De melk is in de koelkast.
dan	nld	Hun er meget tungere end ham.	Zij is veel zwaarder dan hij.
dan	nld	Vi spiser æbler.	We eten appels.
dan	nld	Godmorgen alle.	Goeiemorgen allemaal.
dan	nld	Jeg ved at Tom er en patologisk løgner.	Ik weet dat Tom een pathologische leugenaar is.
dan	nld	Han er syg.	Hij is ziek.
dan	nld	Toms bil er parkeret midt på vejen.	Toms auto is midden op de weg geparkeerd.
dan	nld	Det er huset hvor jeg blev født og hvor jeg voksede op.	Dat is het huis waar ik geboren ben en waar ik opgroeide.
dan	nld	Ikke alle bøger er gode bøger.	Niet alle boeken zijn goede boeken.
dan	nld	Hun har syv sønner.	Zij heeft zeven zonen.
dan	nld	Dan stryger altid sine slips.	Dan strijkt zijn dassen altijd.
dan	nld	Næste morgen var snemanden helt smeltet.	De volgende morgen was de sneeuwman volledig gesmolten.
dan	nld	Hun spiller tennis hver dag.	Iedere dag speelt ze tennis.
dan	nld	De eneste fingeraftryk politiet fandt på dørhåndtaget, var Toms.	De enige vingerafdrukken die de politie op de deurknop vond waren die van Tom.
dan	nld	Hun er læge.	Ze is dokter.
dan	nld	Gud være med os.	God zij met ons.
dan	nld	Hun sagde ikke noget.	Ze zei niets.
dan	nld	Hvem skrev denne bog?	Wie schreef dit boek?
dan	nld	Han er ikke læge.	Hij is geen dokter.
dan	nld	Det er for kompliceret.	Dat is te gecompliceerd.
dan	nld	De er kristne.	Zij zijn christenen.
dan	nld	Hvor er din skole?	Waar is je school?
dan	nld	Kabul er Afghanistans hovedstad.	Kaboel is de hoofdstad van Afghanistan.
dan	nld	Byen er fuld af turister.	De stad is vol toeristen.
dan	nld	Forstod du hvad han sagde?	Heb jij begrepen wat hij zei?
dan	nld	Hvad har hun gjort?	Wat heeft ze gedaan?
dan	nld	Jeg har ikke mange penge.	Ik heb niet veel geld.
dan	nld	Har du spist hvidløg?	Heb je knoflook gegeten?
dan	nld	Du er en katastrofe i køkkenet.	Je bent een ramp in de keuken.
dan	nld	Jeg er en fri mand.	Ik ben een vrije man.
dan	nld	Pas på hunden!	Pas op de hond!
dan	nld	I dag er det en af mine venners fødselsdag.	Vandaag is het de verjaardag van een van mijn vrienden.
dan	nld	Actinium fordamper ved 3198 °C.	Actinium verdampt bij 3198 graden Celsius.
dan	nld	Vil du gentage det?	Wil je dat herhalen?
dan	nld	Alt hvad jeg har, er min sårede krop og en håndfuld dårlige minder.	Alles wat ik heb is mijn gewonde lichaam en een handvol slechte herinneringen.
dan	nld	Hvo intet vover, intet vinder.	Wie niet waagt, die niet wint.
dan	nld	Du er en idiot.	Jij bent een idioot.
dan	nld	Den som har penge gør som han vil.	Wie geld heeft, doet wat hij wil.
dan	nld	Jeg spiser et æble.	Ik eet een appel.
dan	nld	Det er os der er de sande helte.	De echte helden zijn wij.
dan	nld	Heste er meget følsomme dyr.	Paarden zijn zeer gevoelige dieren.
dan	nld	Han spiste chokolade og søde sager.	Hij at chokolade en zoetigheden
dan	nld	Hvem læser?	Wie leest er?
dan	nld	Karl bor i Zürich i Schweiz.	Karl woont in Zürich, Zwitserland.
dan	nld	Jeg er et barn.	Ik ben een kind.
dan	nld	Jeg var meget træt.	Ik was erg moe.
dan	nld	Jeg kan ikke lide chokolade.	Ik hou niet van chocolade.
dan	nld	Er det mig du mener?	Bedoelt u mij?
dan	nld	Han tager af sted til skolen klokken syv.	Hij vertrekt naar school om zeven uur.
dan	nld	Meget mærkelig.	Heel vreemd.
dan	nld	Passwordet er "Muiriel".	Het wachtwoord is "Muiriel".
dan	nld	Tom fortalte Mary at han ville tage til Boston i oktober.	Tom zei tegen Mary dat hij in oktober naar Boston ging.
dan	nld	Jeg er arkæolog.	Ik ben een archeoloog.
dan	nld	Kan du lære mig at flyve?	Kunt ge mij leren vliegen?
dan	nld	Det vil tage en evighed at forklare det hele.	Ik zou een eeuwigheid bezig zijn om alles uit te leggen.
dan	nld	Jeg er en kvinde.	Ik ben een vrouw.
dan	nld	I dag er det koldt.	Het is koud vandaag.
dan	nld	Jeg elsker poesi.	Ik hou van poëzie.
dan	nld	Computere er komplicerede maskiner.	Computers zijn ingewikkelde machines.
dan	nld	En kat har ni liv.	Een kat heeft negen levens.
dan	nld	Han bor ikke her længere.	Hij woont hier niet meer.
dan	nld	Kom i overmorgen.	Kom overmorgen.
dan	nld	Det franske flag er blåt, hvidt og rødt.	De Franse vlag is blauw, wit en rood.
dan	nld	Vaner er vanskelige at bryde.	Gewoontes zijn moeilijk te stoppen.
dan	nld	Han er buschauffør.	Hij is een busbestuurder.
dan	nld	Jeg har et æble.	Ik heb een appel.
dan	nld	Vækkeuret ringer.	De wekker loopt af.
dan	nld	Du ser bleg ud.	Je ziet er bleek uit.
dan	nld	Mange esperantister bor i Ungarn.	Veel esperantisten wonen in Hongarije.
dan	nld	Kunden har altid ret.	De klant heeft altijd gelijk.
dan	nld	Jeg har yderligere en ven i Kina.	Ik heb nog een vriend in China.
dan	nld	Der er ingen tvivl om, at universet er uendeligt.	Er is geen twijfel aan dat het heelal oneindig is.
dan	nld	Jeg har ikke købt dem.	Ik heb ze niet gekocht.
dan	nld	Det var et sandt mirakel.	Het was een echt mirakel.
dan	nld	Hvem er stærkest, en tiger eller en løve?	Wie is het sterkst, een tijger of een leeuw?
dan	nld	Jeg er et menneske.	Ik ben een persoon.
dan	nld	Der hænger et ur på væggen.	Er hangt een klok aan de muur.
dan	nld	Hvorfor er himlen blå?	Waarom is de hemel blauw?
dan	nld	Hvor meget har du betalt for den?	Hoeveel hebt ge ervoor betaald?
dan	nld	Hun bagte en kage til mig.	Ze heeft voor mij een cake gebakken.
dan	nld	Han er taxachauffør.	Hij is een taxichauffeur.
dan	nld	Hvilken dato er det i dag?	Welke datum is het vandaag?
dan	nld	Kristy Anderson er Larry Ewings hustru.	Kristy Anderson is de echtgenote van Larry Ewing.
dan	nld	Jeg kunne ikke forudse at det ville ske.	Ik kon niet voorzien dat dat zou gebeuren.
dan	nld	Jeg går til skolen på gåben.	Ik ga te voet naar school.
dan	nld	Computeren sparer os tid og problemer.	De computer spaart ons tijd en problemen.
dan	nld	Jeg arbejder om morgenen.	Ik werk 's morgens.
dan	nld	Min far har malet postkassen rød.	Mijn vader heeft de brievenbus rood geverfd.
dan	nld	Klokken er næsten seks.	Het is bijna zes uur.
dan	nld	Du ser dum ud.	Je ziet er dom uit.
dan	nld	Jeg ser hver dag TV.	Ik kijk iedere dag televisie.
dan	nld	Hundefoder er dyrt.	Hondevoer is duur.
dan	nld	Vi har en kat. Vi kan alle lide katte.	Wij hebben een kat. We houden allemaal van katten.
dan	nld	I dag er det koldt.	Vandaag is het koud.
dan	nld	Tom håber at se dig til oktober.	Tom hoopt je in oktober te zien.
dan	nld	De har adopteret den lille pige.	Ze adopteerden het kleine meisje.
dan	nld	Jeg er blevet impotent.	Ik ben impotent geworden.
dan	nld	Jeg er lykkelig.	Ik ben gelukkig.
dan	nld	Tom er lastbilchauffør.	Tom is vrachtwagenchauffeur.
dan	nld	Vi har et halvt dusin æg.	We hebben een half dozijn eieren.
dan	nld	Tom er gartner.	Tom is tuinman.
dan	nld	Avisen er gratis.	De krant is gratis.
dan	nld	Penge er magt.	Geld is macht.
dan	nld	Han kunne ikke tro sine ører.	Hij kon zijn oren niet geloven.
dan	nld	Hun har brug for vores hjælp.	Ze heeft onze hulp nodig.
dan	nld	Jeg er en kineser.	Ik ben Chinees.
dan	nld	En, to, tre, fire, fem, seks, syv, otte, ni, ti.	Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.
dan	nld	Varme er en form for energi.	Warmte is een vorm van energie.
dan	nld	Jeg vil dø med Getter Jaani.	Ik wil met Getter Jaani sterven.
dan	nld	I dag er det den første dag i resten af dit liv.	Vandaag is het de eerste dag van de rest van je leven.
dan	nld	Lazarus Zamenhof var en polak.	Lazarus Zamenhof was een Pool.
dan	nld	Se på huset med det røde tag.	Kijk naar het huis met het rode dak.
dan	nld	Lad os se fjernsyn.	Laten we tv kijken.
dan	nld	Vores tog kørte igennem en lang tunnel.	Onze trein reed door een lange tunnel.
dan	nld	Han har bil.	Hij heeft een auto.
dan	nld	Den amerikanske film var en stor succes.	De Amerikaanse film was een groot succes.
dan	nld	Storm i et glas vand.	Storm in een glas water.
dan	nld	Der eksisterer piger med penis, drenge med vulva og transfober uden tænder.	Er zijn meisjes met penissen, jongens met vulva's en transfoben zonder tanden.
dan	nld	Jeg ville gerne gifte mig med en som hende.	Ik zou met iemand zoals haar willen trouwen.
dan	nld	Hvorfor tog du til Japan?	Waarom ben je naar Japan gegaan?
dan	nld	Guld er meget tungere end vand.	Goud is veel zwaarder dan water.
dan	nld	Mary er min forlovede.	Maria is mijn verloofde.
dan	nld	Allen er digter.	Allen is een dichter.
dan	nld	Den der ikke vil høre, må føle.	Wie niet horen wil, moet voelen.
dan	nld	Klokken elleve er OK med mig.	Om elf past me goed.
dan	nld	Stop!	Stop!
dan	nld	Endelig er det fredag.	Eindelijk is het vrijdag.
dan	nld	Søndag kommer efter lørdag.	Zondag komt na zaterdag.
dan	nld	Hellere smuk og rig end grim og fattig.	Liever mooi en rijk dan lelijk en arm.
dan	nld	Tom tænkte over sin ulykke og sukkede.	Tom dacht aan zijn ongeluk en zuchtte.
dan	nld	Kunsten er lang, livet er kort.	De kunst is lang, het leven is kort.
dan	nld	Jeg bor i en by, men mine forældre bor på landet.	Ik woon in een stad, maar mijn ouders wonen op het platteland.
dan	nld	Den unge kvinde, der er klædt i hvidt, er min forlovede.	De wit geklede jonge vrouw is mijn verloofde.
dan	nld	Han blev begravet på denne kirkegård.	Hij werd begraven in dit kerkhof.
dan	nld	Han er en tyv.	Hij is een dief.
dan	nld	Jeg er Ricardo.	Ik ben Ricardo.
dan	nld	Frankrig er en republik.	Frankrijk is een republiek.
dan	nld	Bob er min ven.	Bob is mijn vriend.
dan	nld	Jeg er en stor beundrer af amerikansk kultur.	Ik ben een groot bewonderaar van de Amerikaanse cultuur.
dan	nld	Jeg spiser en pære.	Ik eet een peer.
dan	nld	Tom behandler altid Mary som et barn.	Tom behandelt Mary altijd als een kind.
dan	nld	Intet nyt fra vestfronten.	Niets nieuws in het westen.
dan	nld	Jeg ved hvad Tom taler om.	Ik weet waar Tom het over heeft.
dan	nld	Hvor der er en vilje, er der en vej.	Waar een wil is, is een weg.
dan	nld	Fugle synger tidlig om morgenen.	Vogels zingen vroeg in de ochtend.
dan	nld	Kan du tale fransk?	Kan je Frans spreken?
dan	nld	Der er lidt vin tilbage i glassets bund.	Er is nog wat wijn op de bodem van het glas.
dan	nld	Hvem skrev denne bog?	Wie heeft dit boek geschreven?
dan	nld	Godaften, jeg vil gerne have et glas sødmælk.	Goedenavond, ik had graag een glas volle melk.
dan	nld	Betty er en danselærer.	Betty is danslerares.
dan	nld	Had mig ikke!	Haat me niet!
dan	nld	Jeg har ting, som jeg gerne vil gøre.	Ik heb dingen die ik wil doen.
dan	nld	Katte kan se i mørke.	Katten kunnen in het donker zien.
dan	nld	Han lader altid vinduet være åbent, når han sover.	Hij laat altijd het venster open als hij slaapt.
dan	nld	Jeg bor i Akasaka i Tokyo.	Ik woon in Akasaka in Tokio.
dan	nld	Klokken er præcis ti.	Het is precies tien uur.
dan	nld	Du er en engel!	Je bent een engel!
dan	nld	Jeg har skrevet mange sætninger på esperanto.	Ik heb veel zinnen geschreven in Esperanto.
dan	nld	Vil du være rig?	Wil je rijk zijn?
dan	nld	Jeg købte mange bøger.	Ik kocht veel boeken.
dan	nld	Poeter vælger de bedste ord.	Dichters kiezen de beste woorden.
dan	nld	Jeg føler mig skyldig.	Ik voel me schuldig.
dan	nld	Teheran ligger i Iran.	Teheran ligt in Iran.
dan	nld	Han kan lide at spille fodbold.	Hij speelt graag voetbal.
dan	nld	Papiret er hvidt.	Het papier is wit.
dan	nld	Hvor mange bøger læser du om måneden?	Hoeveel boeken lees je per maand?
dan	nld	Hans hus er meget langt fra stationen.	Zijn huis is heel ver van het station.
dan	nld	Tak!	Bedankt!
dan	nld	Hvor var du i går?	Waar ben je gisteren geweest?
dan	nld	Er du optaget?	Ben je bezig?
dan	nld	Hundehuset er nyt.	Het hondenhok is nieuw.
dan	nld	Kan du huske hr. Saito?	Herinner je je meneer Saito?
dan	nld	Den første rumænske operette blev spillet i Iași i 1848.	De eerste Roemeense operette werd gespeeld in Iași in 1848.
dan	nld	Jeg har en datter.	Ik heb een dochter.
dan	nld	Iran er ikke Irak.	Iran is geen Irak.
dan	nld	Kom indenfor. Det er koldt udenfor.	Kom binnen. Het is koud buiten.
dan	nld	Tom kan endnu ikke svømme.	Tom kan nog niet zwemmen.
dan	nld	Hvorfor er himmelen blå?	Waarom is de hemel blauw?
dan	nld	Min computer er frosset.	Mijn computer hangt vast.
dan	nld	Det var ikke min skyld.	Het was niet mijn schuld.
dan	nld	Hun taler højt.	Ze spreekt luid.
dan	nld	Pludselig huskede jeg at jeg havde lovet at skrive en artikel.	Plots herinnerde ik mij dat ik beloofd had een artikel te schrijven.
dan	nld	Jeg har mavepine.	Ik heb maagpijn.
dan	nld	Jeg spillede tennis med min bror.	Ik heb tennis gespeeld met mijn broer.
dan	nld	Han kommer tit for sent til skole.	Hij komt vaak laat op school.
dan	nld	Sommeren er omme.	De zomer is voorbij.
dan	nld	Vil du danse med mig?	Wil je met me dansen?
dan	nld	I hvilken mappe har du gemt filen?	In welke map heb je het bestand opgeslagen?
dan	nld	Glødepærer forbruger elektricitet.	Gloeilampen verbruiken elektriciteit.
dan	nld	Min dag slutter klokken fem.	Mijn dag eindigt om vijf uur.
dan	nld	Hun tjener 30 dollars om dagen.	Ze verdient 30 dollar per dag.
dan	nld	Nu ved jeg alt.	Nu weet ik alles.
dan	nld	Han efterlod en formue til sin søn.	Hij liet zijn zoon een fortuin na.
dan	nld	Kina er større end Japan.	China is groter dan Japan.
dan	nld	Jeg er yngre end ham.	Ik ben jonger dan hij.
dan	nld	Står "OK" allerede i Retskrivningsordbogen?	Staat „OK” al in Van Dale?
dan	nld	Kraftig regn forhindrede mig i at gå væk.	Een stortbui verhinderde mij weg te gaan.
dan	nld	Uden krige ville verden være et bedre sted.	Zonder oorlog zou de wereld een betere plek zijn.
dan	nld	Bill er min bedste ven.	Bill is mijn beste vriend.
dan	nld	Han bærer briller.	Hij draagt een bril.
dan	nld	Vi kender hende ikke.	We kennen haar niet.
dan	nld	Jeg elsker norsk!	Ik hou van de Noorse taal.
dan	nld	Isen er smeltet.	Het ijs is gesmolten.
dan	nld	De forblev venner.	Ze bleven vrienden.
dan	nld	Er det det rigtige tog til Tokyo?	Is dit de juiste trein naar Tokio?
dan	nld	Hans øjne strålede af glæde.	Zijn ogen blonken van vreugde.
dan	nld	Frisk mod!	Kop op!
dan	nld	De er de fattigste af de fattige.	Zij zijn de allerarmsten.
dan	nld	Hun kommer snart.	Ze zal straks komen.
dan	nld	I Spanien spiser man meget sent.	In Spanje eet men heel laat.
dan	nld	Taler du engelsk?	Spreek je Engels?
dan	nld	Forsvind!	Scheer je weg!
dan	nld	Hvorfor malede du bænken rød?	Waarom heeft u de bank rood geschilderd?
dan	nld	Sami er homoseksuel.	Sami is gay.
dan	nld	Hvad stod der på det hvide papir?	Wat stond er op het witte papier?
dan	nld	To sjæle, en tanke.	Twee zielen, één gedachte.
dan	nld	Hvor er badeværelset?	Waar is de badkamer?
dan	nld	Jeg tror ikke på Gud.	Ik geloof niet in God.
dan	nld	Jeg kan ikke huske hans navn.	Ik kan me zijn naam niet herinneren.
dan	nld	Du er ikke længere bare et barn.	Je bent niet langer gewoon een kind.
dan	nld	Fuglen spredte sine vinger.	De vogel spreidde zijn vleugels.
dan	nld	Min far døde af lungekræft.	Mijn vader stierf aan longkanker.
dan	nld	Tom spiser gerne berlinerpfannkuchen.	Tom eet graag Berlijnse bollen.
dan	nld	Jeg kæmpede mod søvnen.	Ik vocht tegen de slaap.
dan	nld	Hun tager et bad hver morgen.	Ze neemt elke morgen een bad.
dan	nld	Jeg elsker Hitomi.	Ik hou van Hitomi.
dan	nld	Sidste år havde han langt hår.	Vorig jaar had hij lang haar.
dan	nld	Han er biseksuel.	Hij is biseksueel.
dan	nld	Jeg svømmer en gang ugentlig.	Ik zwem één keer per week.
dan	nld	I morgen er det mors dag.	Morgen is het Moederdag.
dan	nld	Wikipedia er den bedste encyklopædi på nettet.	Wikipedia is de beste encyclopedie op internet.
dan	nld	Har du ris?	Heb je rijst?
dan	nld	Jeg er ældre end dig.	Ik ben ouder dan je.
dan	nld	Tak, det er alt.	Dank je, dat is alles.
dan	nld	Gå væk!	Ga weg!
dan	nld	Luk døren efter dig.	Sluit de deur achter je.
dan	nld	Min far har fem brødre.	Mijn vader heeft vijf broers.
dan	nld	Tænd lyset. Jeg kan ikke se noget.	Doe het licht aan. Ik zie niks.
dan	nld	Han taler ungarsk, og hun taler tysk.	Hij spreekt Hongaars en zij spreekt Duits.
dan	nld	Kommer de herhen i morgen?	Komen ze morgen hiernaartoe?
dan	nld	Han har et godt ry.	Hij heeft een goede reputatie.
dan	nld	Kan man betale med check?	Mag je met een cheque betalen?
dan	nld	Den som intet vover, vinder intet.	Wie niet waagt, die niet wint.
dan	nld	Hvor bor du?	Waar woont gij?
dan	nld	De hader edderkopper.	Zij haten spinnen.
dan	nld	Send fakturaen til min adresse.	Stuur me de factuur naar huis op, alstublieft.
dan	nld	Vores skole ligger nær ved stationen.	Onze school is dicht bij het station.
dan	nld	Fred være med dig!	Vrede zij met u!
dan	nld	Han kan tale.	Hij kan praten.
dan	nld	Han spurgte mig hvor min onkel boede.	Hij vroeg me waar mijn oom woonde.
dan	nld	Vi er mænd.	We zijn mannen.
dan	nld	Har vi et problem?	Hebben we een probleem?
dan	nld	Filmen er ikke så interessant som originalen.	De film is niet zo interessant als het origineel.
dan	nld	Var han i Hokkaido sidste år?	Was hij het afgelopen jaar in Hokkaido?
dan	nld	Min mor er altid optaget.	Mijn moeder is altijd bezig.
dan	nld	Tokyo station er det tredje stop.	Tokio station is de derde halte.
dan	nld	Hvor er Britney Spears?	Waar is Britney Spears?
dan	nld	Han kan ikke svømme.	Hij kan niet zwemmen.
dan	nld	Man siger at kærlighed gør blind.	Men zegt dat liefde blind maakt.
dan	nld	Det er farligt at lege nær ved ilden.	Het is gevaarlijk dicht bij het vuur te spelen.
dan	nld	Tom spiser gerne berlinere.	Tom eet graag Berlijnse bollen.
dan	nld	Sandheden er som et medikament. Og derfor har den også bivirkninger.	De waarheid is als een geneesmiddel. En daarom heeft ze ook bijwerkingen.
dan	nld	Tom har Aspergers syndrom.	Tom heeft het syndroom van Asperger.
dan	nld	Jeg begravede min hund på dyrekirkegården.	Ik heb mijn hond begraven op het huisdierenkerkhof.
dan	nld	John bor i New York.	John woont in New York.
dan	nld	Vi ønsker ikke mennesker som dig i denne by.	We willen geen mensen zoals jij in deze stad.
dan	nld	Jeg bor i Hyogo.	Ik woon in Hyogo.
dan	nld	Hun vil danse.	Zij wil dansen.
dan	nld	Hvad er det?	Wat is het?
dan	nld	Kan du løbe hurtigt?	Kunt gij snel lopen?
dan	nld	Tom har to computere.	Tom heeft twee computers.
dan	nld	En af mine fætre er gift med en romanforfatter.	Een van mijn neven is met een romanschrijfster getrouwd.
dan	nld	Det er for varmt.	Het is te heet.
dan	nld	Jeg har brug for et frimærke.	Ik heb een stempel nodig.
dan	nld	Før eller senere må vi alle dø.	Vroeg of laat moeten we allemaal sterven.
dan	nld	Præsten har sagt at Tom kommer til at brænde i helvede.	De pastoor zegde dat Tom in de hel zal branden.
dan	nld	Hvem har skrevet dette brev?	Wie heeft deze brief geschreven?
dan	nld	Vi går ud og spiser om fredagen.	We gaan uit eten op vrijdag.
dan	nld	Hun fødte en sund baby.	Zij heeft een gezond kind ter wereld gebracht.
dan	nld	Efter min mening er esperanto meget vigtigt.	Naar mijn mening is Esperanto erg belangrijk.
dan	nld	Det regnede.	Het regende.
dan	nld	Sammenlign dine svar med lærerens.	Vergelijk jouw antwoorden met die van de leraar.
dan	nld	Han sprang ud af sengen.	Hij sprong uit het bed.
dan	nld	Jeg vil give dig dette fotografiapparat.	Ik zal u dit fototoestel geven.
dan	nld	Jeg bor her.	Ik woon hier.
dan	nld	Vi er sultne.	We hebben honger.
dan	nld	Jeg køber en ny.	Ik koop een nieuwe.
dan	nld	Dette hus er berømt.	Dit huis is beroemd.
dan	nld	Mary forårsagede en storm i et glas vand.	Maria veroorzaakte een storm in een glas water.
dan	nld	Han har smør og ost.	Hij heeft boter en kaas.
dan	nld	Du har fuldstændig ret.	Je hebt helemaal gelijk.
dan	nld	At være eller ikke at være, det er spørgsmålet.	Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie.
dan	nld	Hun er bevidstløs.	Ze is bewusteloos.
dan	nld	Hvor er min bil?	Waar is mijn auto?
dan	nld	Han har ikke mindre end fem hundrede bøger.	Hij heeft niet minder dan vijfhonderd boeken.
dan	nld	Jeg ventede og ventede.	Ik wachtte en wachtte.
dan	nld	De smilte til hinanden.	Ze glimlachten naar elkaar.
dan	nld	Katten sover på stolen.	De kat slaapt op de stoel.
dan	nld	Der er mange berømte gamle bygninger i Kyoto.	Er zijn veel beroemde oude gebouwen in Kyoto.
dan	nld	Hun er en blond pige.	Ze is een blond meisje.
dan	nld	Ingen forstår mig.	Niemand begrijpt me.
dan	nld	Jeg har en halvbror.	Ik heb een halfbroer.
dan	nld	Dit spørgsmål er ulogisk.	Je vraag is onlogisch.
dan	nld	Disse æbler er store.	Deze appels zijn groot.
dan	nld	Han lyver.	Hij liegt.
dan	nld	Hvor er Paris?	Waar is Parijs?
dan	nld	Han har spist ost og brød.	Hij at kaas en brood.
dan	nld	Amerika afskaffede slaveriet.	De Verenigde Staten schaften de slavernij af.
dan	nld	Jeg kan ikke leve uden dig.	Zonder jou kan ik niet leven.
dan	nld	Det ved jeg ikke.	Dat weet ik niet.
dan	nld	Han graver sin egen grav.	Hij delft zijn eigen graf.
dan	nld	Prøv ikke at lave to ting samtidig.	Probeer geen twee dingen tegelijk te doen.
dan	nld	Det var umuligt at forstå hans spørgsmål.	Het was onmogelijk zijn vragen te begrijpen.
dan	nld	Han var langhåret.	Hij had lang haar.
dan	nld	Der er vand nok.	Er is genoeg water.
dan	nld	Jeg har hentet kaffe til dig.	Ik heb jou koffie gebracht.
dan	nld	Jeg elsker Frankrig.	Ik hou van Frankrijk.
dan	nld	Du er min engel.	Je bent mijn engel.
dan	nld	Hun taler russisk.	Zij spreekt Russisch.
dan	nld	Vi hører dig ofte synge.	We horen je vaak zingen.
dan	nld	Jeg har to brødre.	Ik heb twee broers.
dan	nld	Jeg kan ikke synge.	Ik kan niet zingen.
dan	nld	Sandheden er ikke altid velkommen!	Waarheid is niet altijd welkom!
dan	nld	I dag er himlen blå og skyfri.	Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt.
dan	nld	Dragen er et fantasidyr.	De draak is een fantasiebeest.
dan	nld	Katten har sovet på bordet.	De kat sliep op de tafel.
dan	nld	Min bror er en idiot.	Mijn broer is een idioot.
dan	nld	Efter to uger uden svar, har jeg foretaget den foreslåede korrektion.	Na twee weken zonder antwoord heb ik de voorgestelde correctie uitgevoerd.
dan	nld	Strengt taget er en tomat ikke en grøntsag. Den er en frugt.	Strikt genomen zijn tomaten geen groenten. Het zijn vruchten.
dan	nld	Violin, klaver og harpe er musikinstrumenter.	Viool, piano en harp zijn muziekinstrumenten.
dan	nld	Næsehornet er ikke en dinosaur.	De rinoceros is geen dinosaurus.
dan	nld	Køer forsyner os med god mælk.	Koeien voorzien ons van goede melk.
dan	nld	Den nye pave er katolik, og det er ingen overraskelse.	De nieuwe paus is katholiek en dat is geen verrassing.
dan	nld	Han har en bil.	Hij heeft een auto.
dan	nld	Hun taler flydende engelsk og fransk.	Ze spreekt vloeiend Engels en Frans.
dan	nld	Hvor er det smukkeste sted i verden?	Waar is de mooiste plaats op aarde?
dan	nld	Dalida døde af en overdosis sovetabletter.	Dalida stierf aan een overdosis slaaptabletten.
dan	nld	Kom med det samme.	Kom onmiddellijk.
dan	nld	Jeg føler mig svimmel hver gang jeg står tidligt op.	Ik voel me duizelig elke keer als ik vroeg op sta.
dan	nld	Tom spiste resten af ​​pizzaen.	Tom at de rest van de pizza.
dan	nld	Jeg har to døtre.	Ik heb twee dochters.
dan	nld	Drengen springer.	De jongen springt.
dan	nld	Tom kan ikke lide irsk kaffe.	Tom houdt niet van Irish Coffee.
dan	nld	Jeg er fire uger henne.	Ik ben vier weken zwanger.
dan	nld	Tom er på stranden.	Tom is op het strand.
dan	nld	En kat er ikke et menneske.	Een kat is geen mens.
dan	nld	Det er for dyrt!	Dat is te duur!
dan	nld	Min bror taler for meget.	Mijn broer praat te veel.
dan	nld	Ryger du?	Rook je?
dan	nld	Jeg er stolt over at være lærer.	Ik ben trots om een leraar te zijn.
dan	nld	Jeg håber, Tom har ret.	Ik hoop dat Tom gelijk heeft.
dan	nld	Tom er tre tommer kortere end Mary.	Tom is drie inch korter dan Mary.
dan	nld	Kroatien hedder "Hrvatska" på kroatisk.	Kroatië wordt ''Hrvatska'' genoemd in het Kroatisch.
dan	nld	Jeg købte to flasker mælk.	Ik kocht twee flessen melk.
dan	nld	Dronningen længe leve!	Lang leve de koningin!
dan	nld	Jeg forstår ikke tysk.	Ik versta geen Duits.
dan	nld	Lad os sætte os på bænken.	Laten we op de bank zitten.
dan	nld	Naturligvis har han ret.	Natuurlijk, hij heeft gelijk.
dan	nld	Jeg har brug for en kniv.	Ik heb een mes nodig.
dan	nld	Du er gravid.	Ge zijt zwanger.
dan	nld	Tom er sexet.	Tom is sexy.
dan	nld	Er fuglen død eller levende?	Is de vogel dood of levend?
dan	nld	Jeg husker huset, i hvilket jeg voksede op.	Ik herinner me het huis waar ik opgegroeid ben.
dan	nld	Disse appelsiner er rådnet.	Deze appelsienen zijn verrot.
dan	nld	Ingen er perfekt.	Niemand is perfect.
dan	nld	Jeg er et levende bevis på at man kan overvinde døden.	Ik ben het levende bewijs dat de dood overwonnen worden kan.
dan	nld	Hvem er den kvinde?	Wie is die vrouw?
dan	nld	Er din shifttast gået i stykker?	Werkt je hoofdlettertoets niet meer?
dan	nld	Jeg beundrer hans mod.	Ik bewonder zijn moed.
dan	nld	Min bedstefar døde for tre år siden.	Mijn grootvader is drie jaar geleden overleden.
dan	nld	Hunden ser sulten ud.	De hond ziet er hongerig uit.
dan	nld	Jeg er munk.	Ik ben een monnik.
dan	nld	Vejret er dårligt.	Het is slecht weer.
dan	nld	Tom opmuntrede mig til at lære fransk.	Tom moedigde me aan om Frans te leren.
dan	nld	I køkkenet er der en kat.	Er is een kat in de keuken.
dan	nld	Jeg taler ikke japansk.	Ik spreek geen Japans.
dan	nld	Jeg ved ikke om han er læge.	Ik weet niet of hij een dokter is.
dan	nld	Jeg kan lide at få breve fra venner.	Ik krijg graag brieven van vrienden.
dan	nld	Hun synger som en engel.	Ze zingt als een engel.
dan	nld	Du er en smuk kvinde.	Je bent een mooie vrouw.
dan	nld	Tom er student.	Tom is een student.
dan	nld	Jeg er en helt.	Ik ben een held.
dan	nld	Han kunne ikke sove på grund af heden.	Hij kon vanwege de hitte niet slapen.
dan	nld	Jeg var hjemme.	Ik was thuis.
dan	nld	Han er et håbløst tilfælde.	Hij is een hopeloos geval.
dan	nld	Mary har strøget Toms skjorte.	Maria heeft het hemd van Tom gestreken.
dan	nld	Han mansplainer hele tiden.	Hij is altijd aan het mansplainen.
dan	nld	Jeg er stolt over min skole.	Ik ben fier op mijn school.
dan	nld	Spiser du morgenmad hjemme?	Eet gij 's morgens thuis?
dan	nld	Hun sagde ikke noget.	Ze heeft niets gezegd.
dan	nld	Jeg husker huset, som jeg er vokset op i.	Ik herinner mij het huis waarin ik opgegroeid ben.
dan	nld	Hvor mange tallerkner suppe har du spist?	Hoeveel borden met soep heb je gegeten?
dan	nld	Jeg mistede alt hvad jeg havde.	Ik verloor alles wat ik had.
dan	nld	Thomas Edison har opfundet glødepæren.	Thomas Edison heeft de lamp uitgevonden.
dan	nld	Det regner.	Het regent.
dan	nld	Jeg studerer.	Ik studeer.
dan	nld	Drik ikke så meget øl.	Drink niet zoveel bier.
dan	nld	Mit navn er Hopkins.	Mijn naam is Hopkins.
dan	nld	"Vil du efterlade en besked?" "Nej, tak."	"Wilt u een boodschap achterlaten?" "Neen, dank u."
dan	nld	London er Englands hovedstad.	Londen is de hoofdstad van Engeland.
dan	nld	Jeg husker huset, som jeg voksede op i.	Ik herinner me het huis waar ik opgegroeid ben.
dan	nld	Tom kan lide berlinere.	Tom houdt van boules de Berlin.
dan	nld	Der findes en elegant løsning.	Er bestaat een elegante oplossing.
dan	nld	Fugle har vinger.	Vogels hebben vleugels.
dan	nld	I går var det torsdag.	Gisteren was het donderdag.
dan	nld	Tom skrev sit navn på tavlen.	Tom schreef zijn naam op het bord.
dan	nld	Sami googlede sine symptomer.	Sami googelde zijn symptomen.
dan	nld	Pastinak og jordskok er glemte grøntsager.	Pastinaak en aardpeer zijn vergeten groenten.
dan	nld	Et minut er tres sekunder.	Een minuut is zestig seconden.
dan	nld	Endelig!	Eindelijk!
dan	nld	Hvor bor du?	Waar woon je?
dan	nld	Du har ikke feber.	Je hebt geen koorts.
dan	nld	I køkkenet.	In de keuken.
dan	nld	Du kan ikke svømme her.	Je kan hier niet zwemmen.
dan	nld	Da jeg vågnede op var det næsten middag.	Toen ik wakker werd, was het bijna middag.
dan	nld	Gå ikke ud uden hat.	Ga niet zonder hoed uit.
dan	nld	Den brune hest er hurtig.	Het bruine paard is snel.
dan	nld	Spiser du morgenmad hjemme?	Eet jij 's morgens thuis?
dan	nld	Alle studerende i vores college kan gøre brug af computeren.	Iedere student in ons college kan gebruik maken van de computer.
dan	nld	Sukker er sødt.	Suiker is zoet.
dan	nld	Jeg forsøger igen.	Ik zal opnieuw proberen.
dan	nld	Toget ankom til Kyoto til tiden.	De trein kwam op tijd aan in Kyoto.
dan	nld	Den brune hat er gammel.	De bruine hoed is oud.
dan	nld	Er du for eller imod vores plan?	Zijt ge voor of tegen ons plan?
dan	nld	Han er en modig mand.	Hij is een dappere man.
dan	nld	En computer er en kompleks maskine.	Een computer is een ingewikkelde machine.
dan	nld	Hilsner fra Frankrig!	Groeten uit Frankrijk!
dan	nld	Han er fodboldspiller.	Hij is voetballer.
dan	nld	Du virkede overrasket.	Jij leek verrast te zijn.
dan	nld	Ønsker du at være rig?	Wil je rijk zijn?
dan	nld	John er i lufthavnen.	John is op het vliegveld.
dan	nld	Jeg vil sove.	Ik wil slapen.
dan	nld	Vandet i søen er meget koldt.	Het water in het meer is heel koud.
dan	nld	Har du skrevet hans nye adresse ned?	Heb je zijn nieuwe adres genoteerd?
dan	nld	Jeg købte et par støvler.	Ik kocht een paar laarzen.
dan	nld	Det sner i Paris.	Het sneeuwt in Parijs.
dan	nld	Mari og Maki er søstre.	Mary en Maki zijn zussen.
dan	nld	Pilen traf målet.	De pijl raakte het doel.
dan	nld	Jeg tror at det er sandt.	Ik denk dat het waar is.
dan	nld	Ved du ikke at han gik bort for to år siden?	Weet je dan niet dat hij twee jaar geleden overleden is?
dan	nld	Hvor meget betalte du for den?	Hoeveel hebt ge ervoor betaald?
dan	nld	Jeg ved hvor du bor.	Ik weet waar je woont.
dan	nld	Tom fortalte mig at han drikker mindst tre kopper kaffe om dagen.	Tom zei mij dat hij minstens drie tassen koffie per dag drinkt.
dan	nld	Det vil koste tredive euro.	Dat zal € 30,- kosten.
dan	nld	Kreationisme er en pseudovidenskab.	Het creationisme is een pseudowetenschap.
dan	nld	Klokken elleve passer mig fint.	Om elf past me goed.
dan	nld	Hvem er han?	Wie is hij?
dan	nld	Han er bange for havet.	Hij is bang voor de zee.
dan	nld	Hunden er ved at dø.	De hond is aan het sterven.
dan	nld	Hvorfor er det forkert?	Waarom is dat verkeerd?
dan	nld	Hun har smukke øjne.	Ze heeft mooie ogen.
dan	nld	Jeg bruger kontaktlinser.	Ik draag contactlenzen.
dan	nld	Han har stjålet penge fra mig.	Hij heeft geld van mij gestolen.
dan	nld	Tom drikker kaffe.	Tom drinkt koffie.
dan	nld	Hun havde et modermærke i ansigtet.	Ze had een moedervlek op haar gezicht.
dan	nld	Jeg følte mig dårlig.	Ik voelde me slecht.
dan	nld	Jeg plukker æbler.	Ik pluk appels.
dan	nld	Er du alene?	Ben je alleen?
dan	nld	Det er lørdag.	Het is zaterdag.
dan	nld	Ja det sker en gang imellem.	Ja, het gebeurt van tijd tot tijd.
dan	nld	Næsten hver dag giver jeg penge til velgørenhed.	Ik geef bijna elke dag aan het goede doel.
dan	nld	Jeg har et dumt spørgsmål.	Ik heb een domme vraag.
dan	nld	Tom tager ikke sit arbejde ret alvorligt.	Tom neemt zijn baan niet erg serieus.
dan	nld	Jupiter er en planet.	Jupiter is een planeet.
dan	nld	På det tidspunkt var jeg stadig vågen.	Op dat moment was ik nog wakker.
dan	nld	Min drøm er at blive en baseballspiller.	Mij droom is honkbalspeler te worden.
dan	nld	Er du single?	Ben je single?
dan	nld	Han har ingen husdyr.	Hij heeft geen huisdieren.
dan	nld	Myren var rød.	De mier was rood.
dan	nld	Jeg er kineser.	Ik ben Chinees.
dan	nld	"Er hun ung?" "Ja, det er hun."	"Is ze jong?" "Ja."
dan	nld	Hvem skrev Hamlet?	Wie heeft Hamlet geschreven?
dan	nld	Fra og med 1950 begynder de europæiske lande inden for rammerne af Det Europæiske Kul- og Stålfællesskab at nærme sig hinanden økonomisk og politisk for at sikre varig fred.	Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.
dan	nld	Jeg kan ikke engelsk.	Ik kan geen Engels.
dan	nld	Om søndagen går jeg i kirke.	's Zondags ga ik naar de kerk.
dan	nld	Op med humøret!	Kop op!
dan	nld	Undskyld, taler du engelsk?	Excuseer, spreek je Engels?
dan	nld	Jeg spiser ikke.	Ik eet niet.
dan	nld	Du kan danse, kan du ikke?	Je kan dansen, nietwaar?
dan	nld	Venner gør ting sammen.	Vrienden doen dingen samen.
dan	nld	Jeg er vågen.	Ik ben wakker.
dan	nld	Lad os tale fransk.	Laten we Frans spreken.
dan	nld	Jo mere, jo bedre.	Hoe meer, hoe beter.
dan	nld	Er hendes bryster æble- eller pæreformede?	Zijn haar borsten appel- of peervormig?
dan	nld	Her er alt i orden.	Hier is alles in orde.
dan	nld	Jeg kan læse uden briller.	Ik kan lezen zonder bril.
dan	nld	Den dreng viste ingen frygt.	Die jongen toonde geen angst.
dan	nld	"Tak!" "Ingen årsag!"	"Dank je." "Graag gedaan."
dan	nld	Ja. Nej. Måske. Jeg ved ikke.	Ja. Nee. Misschien. Ik weet het niet.
dan	nld	Hvor har du fundet den nøgle?	Waar heb je die sleutel gevonden?
dan	nld	Det er hedt.	Het is heet.
dan	nld	Marokko hedder "Al-Maghrib" på arabisk.	Marokko wordt ''Al-Maghrib'' genoemd in het Arabisch.
dan	nld	Hvor er nærmeste bank?	Waar is de dichtstbijzijnde bank?
dan	nld	Min engelsklærer har rådet mig til at læse disse bøger.	Mijn leraar Engels heeft mij aangeraden deze boeken te lezen.
dan	nld	Skål!	Proost!
dan	nld	Han er hendes ven.	Hij is haar vriend.
dan	nld	Kan hun lide appelsiner?	Heeft ze graag appelsienen?
dan	nld	Helen er af natur optimist.	Helen is van nature een optimist.
dan	nld	Tom er en hykler.	Tom is een huichelaar.
dan	nld	Dette medikament har ingen skadelige bivirkninger.	Dit medicament heeft geen schadelijke bijwerkingen.
dan	nld	Jeg skal vælge mellem de to.	Ik moet kiezen tussen die twee.
dan	nld	Han skrev et brev i går.	Gisteren heeft hij een brief geschreven.
dan	nld	Min kat spiser kun vådkost.	Mijn kat eet alleen maar blikvoer.
dan	nld	Vil du have noget at drikke?	Wil je iets te drinken?
dan	nld	Han legede med sin kat.	Hij speelde met zijn kat.
dan	nld	Tom er tre engelske tommer kortere end Mary.	Tom is drie inch korter dan Mary.
dan	nld	Den Europæiske Union oprettes med det formål at gøre en ende på de mange blodige nabokrige, der kulminerede med den anden verdenskrig.	De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog.
dan	nld	Min computer er frosset.	Mijn computer zit vast.
dan	nld	Jeg taler irsk.	Ik spreek Iers.
dan	nld	Jeg læser denne bog.	Ik ben dit boek aan het lezen.
dan	nld	I går læste jeg en virkelig interessant fortælling.	Gisteren heb ik een erg interessant verhaal gelezen.
dan	nld	Hvem er din lærer?	Wie is uw leraar?
dan	nld	Min far er en god mand.	Mijn vader is een goed man.
dan	nld	Så du cowboyfilmen i fjernsynet i går aftes?	Zag je de cowboyfilm gisteravond op tv?
dan	nld	Jeg skriver til Erwan Le Bourdonnec.	Ik schrijf naar Erwan Le Bourdonnec.
dan	nld	Hvorfor ler du?	Waarom lach je?
dan	nld	Hvordan har din hustru det?	Hoe gaat het met je vrouw?
dan	nld	Jo tidligere, desto bedre.	Hoe vroeger, hoe beter.
dan	nld	Har du penge?	Heb je geld?
dan	nld	Du kan tage min bil, hvis du vil.	Je mag mijn auto gebruiken, als je wil.
dan	nld	Ti og lyt, dreng!	Zwijg en luister, jongen!
dan	nld	De friske jordbær gik som varmt brød.	De verse aardbeien gingen als warme broodjes van de hand.
dan	nld	Jeg ved at penge ikke er alt.	Ik weet dat geld niet alles is.
dan	nld	Hvem opfandt telefonen?	Wie heeft de telefoon uitgevonden?
dan	nld	Du er den smukkeste kvinde jeg nogensinde har set.	Jij bent de mooiste vrouw die ik ooit gezien heb.
dan	nld	Klokken elleve er OK for mig.	Om 11u is OK voor mij.
dan	nld	Han holdt op med at ryge i fjor.	Hij stopte met roken vorig jaar.
dan	nld	Prøv ikke at lave to ting samtidig.	Probeer niet om twee dingen tegelijk te doen.
dan	nld	Hvor er min dagbog?	Waar is mijn dagboek?
dan	nld	Han sagde ikke noget.	Hij zei niets.
dan	nld	Vi lever i Belfast.	We leven in Belfast.
dan	nld	YouTube er ikke en god website.	YouTube is geen goede website.
dan	nld	Toget afgår om fem minutter.	De trein vertrekt over vijf minuten.
dan	nld	Doktor, mit navn er Mutaz.	Dokter, mijn naam is Mutaz.
dan	nld	Hvorfor er haren en af symbolerne på påsken?	Waarom is de haas een van de symbolen van Pasen?
dan	nld	Tom havde intet at læse.	Tom had niks om te lezen.
dan	nld	Det er for dårligt.	Het is te slecht.
dan	nld	Mary er Toms kone.	Maria is Toms vrouw.
dan	nld	Thai er Thailands officielle sprog.	Thai is de officiële taal van Thailand.
dan	nld	Jeg vil skrive en bog.	Ik wil een boek schrijven.
dan	nld	Løs problemet.	Los het probleem op.
dan	nld	Tom er ældre end mig.	Tom is ouder dan ik.
dan	nld	Bor du her?	Woon je hier?
dan	nld	Hvordan går det?	Hoe gaat het?
dan	nld	Fremtiden er nærmere end du tror.	De toekomst is dichterbij dan je denkt.
dan	nld	Jeg bor i Tokyo.	Ik woon in Tokio.
dan	nld	Jeg spiser en frugt.	Ik eet een stuk fruit.
dan	nld	Kør ikke med knallert på cykelstien.	Fietspad. Dus niet brommen.
dan	nld	Er der vandfald i dit land?	Zijn er watervallen in jouw land?
dan	nld	Et år har tolv måneder.	Een jaar heeft twaalf maanden.
dan	nld	Tom sov til solen stod op.	Tom sliep tot zonsopgang.
dan	nld	Jeg købte en ny bil til hende.	Ik heb haar een nieuwe auto gekocht.
dan	nld	Hendes beslutning om at flytte til Chicago overraskede os.	Haar beslissing om naar Chicago te verhuizen verbaasde ons.
dan	nld	To plus to er fire.	Twee plus twee is vier.
dan	nld	Jeg er elektriker.	Ik ben elektricien.
dan	nld	Hjælp!	Help!
dan	nld	Bambus bøjer sig i vinden.	Bamboe buigt zich in de wind.
dan	nld	En fugl fløj højt i luften.	Een vogel vloog hoog in de lucht.
dan	nld	Enhver flod har to sider.	Iedere rivier heeft twee oevers.
dan	nld	I USA kører bilerne i højre side af vejen.	In de Verenigde Staten rijden de auto's rechts.
dan	nld	En, tre og fem er ulige tal.	Eén, drie en vijf zijn oneven getallen.
dan	nld	Vejen løber langs floden.	De weg loopt langs de rivier.
dan	nld	Tom ønsker ikke komme for sent til sit fly.	Tom wil zijn vlucht niet missen.
dan	nld	En computer ville spare dig tid.	Een computer zou u tijd doen uitsparen.
dan	nld	Jeg elsker fredage!	Ik hou van vrijdag!
dan	nld	Hovedstaden i Japan er Tokyo.	De hoofdstad van Japan is Tokio.
dan	nld	I er børn.	Jullie zijn kinderen.
dan	nld	Håndgranaten eksploderede fem meter fra soldaten.	De handgranaat explodeerde vijf meter van de soldaat.
dan	nld	Jeg ved hvor han bor.	Ik weet waar hij woont.
dan	nld	Hun har mistet sin håndtaske.	Ze heeft haar handtas verloren.
dan	nld	Længe leve Mary!	Lang leve Maria!
dan	nld	Jeg kan lide hunde.	Ik hou van honden.
dan	nld	Han ved ikke meget om Japan.	Hij weet niet veel over Japan.
dan	nld	Jeg er ateist.	Ik ben atheïst.
dan	nld	Han ringede mig op ved midnatstide.	Hij belde me op om middernacht.
dan	nld	Vi har to børn.	We hebben twee kinderen.
dan	nld	Hvor kommer du fra?	Waar kom je vandaan?
dan	nld	"Jeg vil købe ting", sagde drengen.	"Ik wil dingen kopen", zei de jongen.
dan	nld	Toms slips er gult.	Toms stropdas is geel.
dan	nld	Du har sendt et brev fra Algeriet.	Je hebt een brief gezonden uit Algerië.
dan	nld	Jeg studerer i udlandet.	Ik studeer in het buitenland.
dan	nld	Der er stadig mælk i køleskabet.	Er is nog melk in de koelkast.
dan	nld	Han begik selvmord.	Hij heeft zichzelf omgebracht.
dan	nld	Kaniner har lange ører.	Konijnen hebben lange oren.
dan	nld	Nancy smiler sjældent.	Nancy glimlacht zelden.
dan	nld	USAs hovedstad er Washington.	De hoofdstad van de Verenigde Staten is Washington.
dan	nld	Sammenlign kopien med originalen.	Vergelijk de kopie met het origineel.
dan	nld	Her kommer toget!	Hier komt de trein!
dan	nld	Tom har en tre-d-printer.	Tom heeft een 3D-printer.
dan	nld	Der er ikke en kone jeg vil have, men en sexveninde.	Wat ik wil, is geen echtgenote, maar een seksvriendin.
dan	nld	I må lære af jeres fejl.	Ge moet leren uit uw fouten.
dan	nld	Find katten.	Zoek de kat.
dan	nld	Hvad koster disse briller?	Hoeveel kost deze bril?
dan	nld	Det er ikke en hemmelighed.	Dat is geen geheim.
dan	nld	Rusland er verdens største land.	Rusland is 's werelds grootste land.
dan	nld	John har fem æbler.	John heeft vijf appels.
dan	nld	Hunden er i huset.	De hond is in het huis.
dan	nld	Hvor er mine briller?	Waar is m'n bril?
dan	nld	Hun er bange for sin egen skygge.	Ze heeft schrik van haar eigen schaduw.
dan	nld	Hvad koster den mountainbike?	Hoeveel kost die mountainbike?
dan	nld	Jeg tjener hundrede euro om dagen.	Ik verdien €100 per dag.
dan	nld	Tak fordi du kom forbi.	Bedankt dat je gekomen bent.
dan	nld	Er der en læge om bord?	Is er een arts aan boord?
dan	nld	Han holdt op med at ryge sidste år.	Hij stopte met roken vorig jaar.
dan	nld	En fugl har vinger.	Een vogel heeft vleugels.
dan	nld	Dalida døde af en overdosis sovepiller.	Dalida stierf aan een overdosis slaaptabletten.
dan	nld	Jeg er et frit menneske.	Ik ben een vrije mens.
dan	nld	Hvordan har din kone det?	Hoe gaat het met je vrouw?
dan	nld	I er børn.	Gij zijt kinderen.
dan	nld	Er han stadig her?	Is hij nog steeds hier?
dan	nld	Har du sovet godt?	Hebt ge goed geslapen?
dan	nld	Wikipedia er den bedste encyklopædi på internettet.	Wikipedia is de beste encyclopedie op internet.
dan	nld	Jeg vil spille tennis.	Ik ga tennis spelen.
dan	nld	Jeg vil ikke forlade dig.	Ik zal u niet verlaten.
dan	nld	Jeg elsker dig.	Ik hou van je.
dan	nld	Han underviser i arabisk.	Hij onderwijst Arabisch.
dan	nld	Kvaliteten er vigtigere end mængden.	De kwaliteit is belangrijker dan de hoeveelheid.
dan	nld	En vandmelon er fuld af vand.	Een watermeloen zit vol water.
dan	nld	Det vidste han ikke.	Hij wist dat niet.
dan	nld	Tom var en af mine patienter.	Tom was een van mijn patiënten.
dan	nld	Jeg vasker mig.	Ik was mij.
dan	nld	Tom så Mary.	Tom zag Maria.
dan	nld	Det er allerede for sent.	Het is al te laat.
dan	nld	Min bror er to år ældre end mig, men han er tre centimeter lavere.	Mijn broer is twee jaar ouder dan ik, maar hij is drie centimeter kleiner.
dan	nld	Astronomi handler om stjerner og planeter.	Astronomie houdt zich bezig met sterren en planeten.
dan	nld	Min søn tror stadigvæk på julemanden.	Mijn zoon gelooft nog steeds in Sinterklaas.
dan	nld	Er den her en hingst eller en hoppe?	Is dit een hengst of een merrie?
dan	nld	Er du gravid?	Ben je zwanger?
dan	nld	Hun hjælper os.	Ze helpt ons.
dan	nld	De bor der.	Ze wonen daar.
dan	nld	Ikke enhver der bor her, er rig.	Niet iedereen die hier woont, is rijk.
dan	nld	Vand koger ved 100 grader celsius.	Water kookt bij 100 graden Celcius.
dan	nld	Det kan ikke være sandt.	Dat kan niet waar zijn.
dan	nld	Hvad hedder denne gade?	Hoe heet deze straat?
dan	nld	Jeg måtte forblive i sengen hele dagen.	Ik moest de hele dag in bed blijven.
dan	nld	Han døde tre dage senere.	Hij stierf 3 dagen daarna.
dan	nld	Vi har en forræder i blandt os.	Er is een verrader onder ons.
dan	nld	Han lovede mig at komme tidligt.	Hij beloofde me om vroeg te komen.
dan	nld	Hun har mange penge.	Zij heeft veel geld.
dan	nld	Han bor ikke her mere.	Hij woont hier niet meer.
dan	nld	Nu eller aldrig!	Nu of nooit!
dan	nld	Schalke spiller mod Inter Milan i aften.	Schalke speelt vanavond tegen Inter Milaan.
dan	nld	Jeg vil gerne have dig til at ligge stille i et par timer.	Ik wil dat u een paar uur stil blijft liggen.
dan	nld	Er dette lavet i Schweiz?	Is dit in Zwitserland gemaakt?
dan	nld	En ven i dag er i morgen en fjende.	Een vriend vandaag is morgen een vijand.
dan	nld	Min bror spiller guitar.	Mijn broer speelt gitaar.
dan	nld	Han formodedes at komme.	Hij wordt verondersteld te komen.
dan	nld	Hvor er kalenderen?	Waar is de kalender?
dan	nld	Tyskland har midlertidigt indført grænsekontrol ved grænsen til Østrig.	Duitsland heeft tijdelijk grenscontroles ingevoerd aan de grens met Oostenrijk.
dan	nld	Jeg gik ind i cafeen.	Ik ging het koffiehuis binnen.
dan	nld	Jeg gik i biografen med min bror.	Ik ging naar de bioscoop met mijn broer.
dan	nld	Ester overlevede Holokaust.	Esther overleefde de Holocaust.
dan	nld	Hun går i kirke hver søndag.	Ze gaat elke zondag naar de kerk.
dan	nld	Oscar var min mors hund.	Oscar was mijn moeders hond.
dan	nld	Der er nogle både på søen.	Er zijn enkele boten op het meer.
dan	nld	Han er taxichauffør.	Hij is een taxichauffeur.
dan	nld	Det regnede hele eftermiddagen.	Het regende de hele middag.
dan	nld	Al begyndelse er svær.	Al het begin is moeilijk.
dan	nld	Tom talte.	Tom sprak.
dan	nld	At lære esperanto er meget interessant.	Esperanto leren is heel interessant.
dan	nld	Jeg går til skolen på gåben.	Ik ga lopend naar school.
dan	nld	Mit navn er Farshad.	Mijn naam is Farshad.
dan	nld	Hun kyssede ham på kinden.	Ze kuste hem op de wang.
dan	nld	Du kan få denne bog for ingenting.	Je mag dit boek gratis hebben.
dan	nld	Han havde et langt hår.	Hij had lang haar.
dan	nld	Paul taler meget.	Paul praat veel.
dan	nld	Han er min yngste bror.	Hij is mijn jongste broer.
dan	nld	Penge symboliserer tingenes værdi.	Geld symboliseert de waarde van bezittingen.
dan	nld	Vi er sultne.	Wij hebben honger.
dan	nld	Tom var den eneste mand i værelset.	Tom was de enige man in de kamer.
dan	nld	Hun ryger 20 cigaretter om dagen.	Ze rookt twintig sigaretten per dag.
dan	nld	Du drikker kirsebærsaft.	Jij drinkt kersensap.
dan	nld	Jeg reparerer huset.	Ik repareer het huis.
dan	nld	Glædelig jul!	Vrolijk kerstfeest!
dan	nld	Det er min eneste chance.	Het is mijn enige kans.
dan	nld	Min kære lille kat har nu været væk i en uge.	Mijn lief katje is al een week verdwenen.
dan	nld	Neymar er brasiliansk.	Neymar is Braziliaans.
dan	nld	Mange europæere kender ikke det moderne Japan.	Veel Europeanen kennen het moderne Japan niet.
dan	nld	Jeg husker huset, som jeg voksede op i.	Ik herinner mij het huis waarin ik opgegroeid ben.
dan	nld	Jeg er stolt af mine sko.	Ik ben fier op mijn schoenen.
dan	nld	Vi har ikke bil.	We hebben geen auto.
dan	nld	Jeg husker huset, i hvilket jeg voksede op.	Ik herinner mij het huis waarin ik opgegroeid ben.
dan	nld	Har du et stopur?	Heb je een chronometer?
dan	nld	Han mansplainer altid.	Hij is altijd aan het mansplainen.
dan	nld	Dick forsøgte forgæves at løse problemet.	Dick probeerde het probleem tevergeefs op te lossen.
dan	nld	Jeg lytter.	Ik luister.
dan	nld	Latin er et dødt sprog.	Het Latijn is een dode taal.
dan	nld	Det er mandag.	Het is maandag.
dan	nld	Jeg har noget at fortælle dig.	Ik heb je iets te vertellen.
dan	nld	Alle er enige med dig.	Iedereen is het met je eens.
dan	nld	Jeg kyssede hende på panden.	Ik kuste haar op haar voorhoofd.
dan	nld	Tro dem, som søger sandheden, tag dig i agt for dem, der har fundet den.	Geloof hen die waarheid zoeken, pas op voor wie haar vinden.
dan	nld	Der er ingen i værelset.	Er is niemand in de kamer.
dan	nld	Hvilken overraskelse!	Wat een verrassing!
dan	nld	Det er skyet.	Het is bewolkt.
dan	nld	Kom og skriv dit navn.	Kom en schrijf uw naam.
dan	nld	Det ved jeg endnu ikke.	Ik weet het nog niet.
dan	nld	Sport kender ingen grænser.	Sport kent geen grenzen.
dan	nld	Samis mor døde af brystkræft.	Sami's moeder stierf aan borstkanker.
dan	nld	Telefonen virker ikke.	De telefoon doet het niet.
dan	nld	Jeg er i lufthavnen nu.	Ik ben nu op het vliegveld.
dan	nld	Kan du huske hans navn?	Kun je je zijn naam herinneren?
dan	nld	Åbn døren for kærligheden.	Open de deur voor de liefde.
dan	nld	Brad Pitt er en skuespiller.	Brad Pitt is een acteur.
dan	nld	Hvor er biblioteket?	Waar is de bibliotheek?
dan	nld	Det er ikke vigtigt.	Het is niet belangrijk.
dan	nld	Det kurdiske alfabet består af enogtredive bogstaver: a, b, c, ç, d, e, ê, f, g, h, i, î, j, k, l, m, n, o, p, q, r, s, ş, t, u, û, v, w, x, y, z.	Het Koerdische alfabet bestaat uit eenendertig letters: a, b, c, ç, d, e, ê, f, g, h, i, î, j, k, l, m, n, o, p, q, r, s, ş, t, u, û, v, w, x, y, z.
dan	nld	Er du færdig?	Ben je klaar?
dan	nld	Det er min skyld, ikke din.	Het is mijn fout, niet de uwe.
dan	nld	Efter os syndfloden.	Na ons de zondvloed.
dan	nld	Søen er fuld af fisk.	Het meer zit vol vissen.
dan	nld	Prøv ikke at lave to ting samtidig.	Probeer niet twee dingen tegelijk te doen.
dan	nld	Den 27. januar 1945 blev Auschwitz befriet af Den Røde Hær.	Op 27 januari 1945 werd Auschwitz door het Rode Leger bevrijd.
dan	nld	Vores tid er begrænset.	Onze tijd is beperkt.
dan	nld	Er det gratis?	Is het gratis?
dan	nld	Hver lørdag spiller vi fodbold.	Elke zaterdag spelen we voetbal.
dan	nld	Hun gav ham et ur.	Ze gaf hem een horloge.
dan	nld	Det overrasker mig ikke.	Het verbaast me niet.
dan	nld	Vi har brug for en ambulance.	We hebben een ambulance nodig.
dan	nld	Vær venlig at vente indtil han kommer tilbage.	Wacht alsjeblieft tot hij terugkomt.
dan	nld	Jeg har en ven som elsker mig.	Ik heb een vriend die van me houdt.
dan	nld	Jeg er arkæolog.	Ik ben archeoloog.
dan	nld	Kvinden er tyk.	De vrouw is dik.
dan	nld	Virusset kan overføres ved kys.	Het virus kan worden overgedragen door te kussen.
dan	nld	I morgen lander han på månen.	Morgen landt hij op de maan.
dan	nld	Du er gravid.	Jij bent zwanger.
dan	nld	Tom har planer.	Tom heeft plannen.
dan	nld	Tom er komponist.	Tom is een componist.
dan	nld	Han er gammel.	Hij is oud.
dan	nld	Hvad er lykke?	Wat is geluk?
dan	nld	Har du nogensinde været i Venedig?	Ben je ooit in Venetië geweest?
dan	nld	Jeg savner mine forældre.	Ik mis mijn ouders.
dan	nld	Jeg ved ikke om jeg får tid.	Ik weet niet of ik tijd heb.
dan	nld	Morgenmaden er færdig.	Het ontbijt is klaar.
dan	nld	Mary er neurotisk.	Mary is neurotisch.
dan	nld	Kan du ikke lide æbler?	Hou je niet van appels?
dan	nld	Du kom for sent.	Je kwam te laat.
dan	nld	Picasso er en berømt kunstner.	Picasso is een beroemd kunstenaar.
dan	nld	Jeg går til skolen til fods.	Ik ga te voet naar school.
dan	nld	Undskyld mig, hvad tid er det?	Pardon, hoe laat is het?
dan	nld	Den vil koste cirka femten dollar.	Het zal ongeveer vijftien dollar kosten.
dan	nld	Påskeharen har mundbind på.	De paashaas draagt een chirurgisch masker.
dan	nld	Jeg tænkte på dig.	Ik dacht aan u.
dan	nld	Bogen handler ikke om sprogvidenskab.	Het boek gaat niet over taalkunde.
dan	nld	Der sad en kat på stolen.	Er zat een kat op de stoel.
dan	nld	Hvorfor er du her?	Waarom ben je hier?
dan	nld	Han ejer mange værdifulde malerier.	Hij bezit veel dure schilderijen.
dan	nld	Min mor taler ikke engelsk.	Mijn moeder spreekt geen Engels.
dan	nld	Hvornår tager du af sted?	Wanneer vertrekt ge?
dan	nld	Gud skabte verden.	God heeft de wereld geschapen.
dan	nld	Min benzinmåler står på nul.	Mijn benzinemeter staat op nul.
dan	nld	Nogle siger, at han aldrig har eksisteret.	Sommigen zeggen dat hij nooit bestaan heeft.
dan	nld	I begyndelsen skabte Gud himlen og jorden.	In het begin schiep God de hemel en de aarde.
dan	nld	Jeg har tandpine.	Ik heb tandpijn.
dan	nld	Vore ansatte tager ikke imod drikkepenge.	Onze werknemers nemen geen fooien aan.
dan	nld	Han er stolt over at være musiker.	Hij is fier, muzikant te zijn.
dan	nld	Og derefter begynder en fortælling om smerte og hævn.	En zo begint een verhaal van leed en wraak.
dan	nld	Det første skridt er altid det sværeste.	De eerste stap is altijd de moeilijkste.
dan	nld	Finder du hende tiltrækkende?	Vind je haar aantrekkelijk?
dan	nld	Det er lette penge.	Het is gemakkelijk geld.
dan	nld	Jeg hedder Hopkins.	Ik heet Hopkins.
dan	nld	Tom er i lufthavnen.	Tom is op de luchthaven.
dan	nld	Har du et kreditkort?	Heeft u een kredietkaart?
dan	nld	Elsker du mig?	Hou je van me?
dan	nld	Han lignede en læge.	Hij zag er uit als een dokter.
dan	nld	Jeg kunne ikke tale fransk.	Ik kon geen Frans spreken.
dan	nld	En af dem slog mig på ryggen.	Één van hen sloeg me op de rug.
dan	nld	Hvad koster en liter mælk?	Hoeveel kost een liter melk?
dan	nld	Jeg er en turist.	Ik ben toerist.
dan	nld	En kat har to ører.	Een kat heeft twee oren.
dan	nld	Jeg hader dig stadigvæk.	Ik haat je nog steeds.
dan	nld	Du har ret.	Je hebt gelijk.
dan	nld	Klimaet er behageligt.	Het klimaat is aangenaam.
dan	nld	Jeg formoder at det er min skyld.	Ik vermoed dat het mijn schuld is.
dan	nld	Mit modersmål er spansk.	Mijn moedertaal is Spaans.
dan	nld	I går læste jeg en virkelig interessant fortælling.	Gisteren heb ik een echt interessant verhaal gelezen.
dan	nld	Tom spiste alle vingummibamserne.	Tom at alle gummiberen.
dan	nld	Jeg rejser gerne.	Ik reis graag.
dan	nld	Du taler.	Jij spreekt.
dan	nld	Et kys eller to?	Één kus of twee?
dan	nld	Jeg ser fjernsyn daglig.	Ik kijk iedere dag televisie.
dan	nld	Er der et eller andet at drikke i køleskabet?	Is er iets te drinken in de frigo?
dan	nld	Han stod der med lukkede øjne.	Hij stond daar met gesloten ogen.
dan	nld	Er den gratis?	Is het gratis?
dan	nld	Hvor er hans familie?	Waar is zijn familie?
dan	nld	Problemet er at jeg ikke husker hvor jeg parkerede min bil.	Het probleem is dat ik me niet herinner waar ik mijn auto heb geparkeerd.
dan	nld	Tak for dit svar.	Bedankt voor uw antwoord.
dan	nld	I Paris sner det.	Het sneeuwt in Parijs.
dan	nld	Den første ungarske konge blev kronet i år tusind.	De eerste Hongaarse koning werd in het jaar duizend gekroond.
dan	nld	Tom er farlig.	Tom is gevaarlijk.
dan	nld	Hun forelskede sig i sin venindes søster.	Ze werd verliefd op de zus van haar vriendin.
dan	nld	Vi importerer kaffe fra Brasilien.	Wij voeren koffie in uit Brazilië.
dan	nld	Der er en lang vej herfra til skolen.	Het is een lange weg van hier naar de school.
dan	nld	Jeg har en ordbog.	Ik heb een woordenboek.
dan	nld	Du er en god kok.	Je bent een goede kok.
dan	nld	Den bog er lille.	Dat boek is klein.
dan	nld	Jeg har nogle bøger.	Ik heb enkele boeken.
dan	nld	En for alle, alle for en.	Eén voor allen, allen voor één.
dan	nld	Jeg har ikke tid.	Ik heb geen tijd.
dan	nld	Jeg er en måge.	Ik ben een meeuw.
dan	nld	Hun er 31 år.	Zij is eenendertig jaar.
dan	nld	Hvorfor bløder jeg?	Waarom bloed ik?
dan	nld	Jeg leder efter mit ur.	Ik ben op zoek naar mijn horloge.
dan	nld	Solen er gået ned bag et bjerg.	De zon is ondergegaan achter een berg.
dan	nld	I Indien er okser hellige dyr.	Koeien zijn heilige dieren in India.
dan	nld	Et pas er gyldig legitimation.	Een paspoort is een geldig legitimatiebewijs.
dan	nld	Det er allerede jul i Europa.	In Europa is het al Kerst.
dan	nld	Undskyld, hvad er klokken?	Sorry, hoe laat is het?
dan	nld	Hvad er din yndlingsfarve?	Wat is jouw lievelingskleur?
dan	nld	For mig er det vigtigt.	Voor mij is dat belangrijk.
dan	nld	Må man fotografere i dette hus?	Mag je in dit huis foto's trekken?
dan	nld	Dette er hans hus.	Dit is zijn huis.
dan	nld	Et sprog er aldrig nok.	Eén taal is nooit genoeg.
dan	nld	Man kan ikke altid gøre alle lykkelige.	Men kan niet altijd iedereen gelukkig maken.
dan	nld	Jeg taler spansk.	Ik spreek Spaans.
dan	nld	Han blev dømt til døden.	Hij werd ter dood veroordeeld.
dan	nld	Min kat spiser kun vådfoder.	Mijn kat eet blikvoer.
dan	nld	Jeg kan ikke forstå hvad hun sagde.	Ik versta niet wat ze zei.
dan	nld	Hvad sagde han?	Wat heeft hij gezegd?
dan	nld	Hvem er den mand?	Wie is die man?
dan	nld	Hannover er Niedersachsens hovedstad.	Hannover is de hoofdstad van Nedersaksen.
dan	nld	Jeg har tre hunde.	Ik heb drie honden.
dan	nld	Bogen er lille.	Het boek is klein.
dan	nld	Begge hans bedstefædre er døde.	Zijn beide grootvaders zijn dood.
dan	nld	Afrika er en verdensdel, Grønland ikke.	Afrika is een werelddeel, Groenland niet.
dan	nld	Ukraines hovedstad er Kijev.	De hoofdstad van Oekraïne is Kiev.
dan	nld	Min søn har en søn.	Mijn zoon heeft een zoon.
dan	nld	Det er ikke min skyld.	Het is niet mijn schuld!
dan	nld	Min bror er rig.	Mijn broer is rijk.
dan	nld	Det var en fugtig, grå sommerdag i slutningen af juni.	Het was een vochtige, grauwe zomerdag eind juni.
dan	nld	Hun bagte mig en kage.	Ze heeft voor mij een cake gebakken.
dan	nld	Japan og Sydkorea er nabolande.	Japan en Zuid-Korea zijn buurlanden.
dan	nld	Hvorfor græder du?	Waarom huil je?
dan	nld	Det er os der er de virkelige helte.	De echte helden zijn wij.
dan	nld	Det overrasker mig ikke.	Dat verbaast me niets.
dan	nld	Hun er min halvsøster.	Ze is mijn halfzuster.
dan	nld	Hvad gør du?	Wat ben je aan het doen?
dan	nld	Morgenstund har guld i mund.	Morgenstond heeft goud in de mond.
dan	nld	Musikkens betydning undervurderes.	Het belang van de muziek wordt onderschat.
dan	nld	Betty dræbte ham.	Betty heeft hem gedood.
dan	nld	Statskuppet mislykkedes.	De staatsgreep is mislukt.
dan	nld	Kan jeg tale med professoren?	Kan ik de professor spreken?
dan	nld	De adopterede den lille pige.	Ze adopteerden het kleine meisje.
dan	nld	Det er for tidligt at gå i seng.	Het is te vroeg om naar bed te gaan.
dan	nld	Sluk lyset. Jeg kan ikke falde i søvn.	Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.
dan	nld	Hvor er du?	Waar zijt ge?
dan	nld	Himlen er blå.	De hemel is blauw.
dan	nld	I skoven lever der vilde dyr.	In het bos leven wilde dieren.
dan	nld	Hvad hedder du?	Hoe heet u?
dan	nld	Vi har valgt vinderne!	We hebben de winnaars gekozen!
dan	nld	Latin er fremtidens sprog!	Latijn is de taal van de toekomst!
dan	nld	Jeg leder efter ostene.	Ik ben aan het zoeken naar de kazen.
dan	nld	Tom sagde at han havde kendt Mary.	Tom zei dat hij Maria gekend had.
dan	nld	Bogen er min.	Het boek is van mij.
dan	nld	Danmark hedder "Danmark" på dansk.	Denemarken wordt ''Danmark'' genoemd in het Deens.
dan	nld	Jeg har en forfærdelig hovedpine. Jeg har lige taget to smertestillende tabletter. Lad os håbe at den går væk.	Ik heb een verschrikkelijke hoofdpijn. Ik heb net twee pijnstillers genomen. Laten we hopen dat het weggaat.
dan	nld	Velkommen i cyberspace.	Welkom in Cyberspace.
dan	nld	Hvornår kan jeg svømme her?	Wanneer kan ik hier zwemmen?
dan	nld	Algeriet er mit land.	Algerije is mijn land.
dan	nld	Jeg elsker at rejse.	Ik hou van reizen.
dan	nld	Du har misforstået det hele.	Je hebt alles verkeerd begrepen.
dan	nld	Armenien hedder "Hayastan" på armensk.	Armenië wordt ''Hayastan'' genoemd in het Armeens.
dan	nld	Hvad er vigtigere?	Wat is belangrijker?
dan	nld	Mand over bord!	Man over boord!
dan	nld	Hvem er denne mand?	Wie is deze man?
dan	nld	Det er en strålende idé.	Dat is een briljant idee.
dan	nld	En delfin er et pattedyr.	Een dolfijn is een zoogdier.
dan	nld	Den nye film var en stor succes.	De nieuwe film was een groot succes.
dan	nld	Morgenmaden er færdig.	Het ontbijt is gereed.
dan	nld	Han vil blive en god ægtemand.	Hij zal een goede echtgenoot zijn.
dan	nld	Det er iskoldt.	Het is ijskoud.
dan	nld	Bill blev dræbt af den mand.	Bill werd gedood door die man.
dan	nld	Hvad betyder dette ord?	Wat betekent dit woord?
dan	nld	Hun har blomster i hånden.	Ze heeft bloemen in haar hand.
dan	nld	Jeg købte en ny bil til hende.	Ik kocht haar een nieuwe auto.
dan	nld	Hver dag ser jeg tv-udsendelser.	Ik kijk iedere dag televisie.
dan	nld	Vinduesplads eller gangplads?	Raamplaats of gangplaats?
dan	nld	Stop. Det gør ondt.	Stop. Dat doet pijn.
dan	nld	Guinea hedder "Guinée" på fransk.	Guinee wordt ''Guinée'' genoemd in het Frans.
dan	nld	Hvem har stjålet æblet?	Wie heeft de appel gestolen?
dan	nld	Godaften, skat!	Goedenavond, schat!
dan	nld	Tom arbejder på en pastafabrik.	Tom werkt in een pastafabriek.
dan	nld	Tog du til Kairo eller til Alexandria?	Ging je naar Caïro of Alexandrië?
dan	nld	Haven var fuld af smukke gule blomster.	De tuin stond vol mooie gele bloemen.
dan	nld	"Tak for hjælpen." "Ingen årsag."	"Bedankt voor de hulp." "Geen dank."
dan	nld	Jeg blev ydmyget.	Ik werd vernederd.
dan	nld	Mange sommerfugle flyver rundt om planterne.	Er vliegen veel vlinders rond de planten.
dan	nld	Der er et uhyre under min seng.	Er zit een monster onder m'n bed.
dan	nld	Tom kan lide berlinere.	Tom houdt van Berlijnse bollen.
dan	nld	Den der tier, samtykker.	Wie zwijgt, stemt toe.
dan	nld	Vindue eller gang?	Raamplaats of gangplaats?
dan	nld	Filmen varede to timer.	De film duurde 2 uur.
dan	nld	Mit råd blev ikke fulgt.	Mijn advies werd niet opgevolgd.
dan	nld	Tom er den ældste.	Tom is de oudste.
dan	nld	Filipe har to biler og en motorcykel.	Felipe heeft twee auto's en één motor.
dan	nld	Sandheden er, at jeg elsker dig.	De waarheid is, dat ik van je hou.
dan	nld	Er det rent guld?	Is dat zuiver goud?
dan	nld	Tænd for radioen.	Doe de radio aan.
dan	nld	Jeg har besluttet at sige til ham at jeg elsker hende.	Ik heb besloten hem te zeggen dat ik van haar hou.
dan	nld	Der er ingen der har løst problemet.	Niemand heeft het probleem opgelost.
dan	nld	Hun er stærk.	Ze is sterk.
dan	nld	Han svarede at han ikke vidste det.	Hij antwoordde dat hij het niet wist.
dan	nld	Hvor er Tom?	Waar is Tom?
dan	nld	Hun er gammel.	Ze is oud.
dan	nld	Han forlod soveværelset og gik ind i stuen.	Hij verliet de slaapkamer en ging de woonkamer binnen.
dan	nld	Han arbejdede dag og nat for at blive rig.	Hij heeft dag en nacht gewerkt om rijk te worden.
dan	nld	Iran har erklæret USA krig.	Iran heeft Amerika de oorlog verklaard.
dan	nld	Svejtserfrancen er koblet til euroen.	De Zwitserse frank is aan de euro gekoppeld.
dan	nld	Godmorgen alle.	Goedemorgen allemaal!
dan	nld	Jeg besluttede, ikke at tage til Europa.	Ik heb besloten niet naar Europa te gaan.
dan	nld	Det er første gang jeg flyver.	Dit is de eerste keer dat ik vlieg.
dan	nld	Tom er død.	Tom is dood.
dan	nld	Jeg går i seng ved ellevetiden.	Ik ga om elf uur naar bed.
dan	nld	Bare prøv det.	Probeer het maar gewoon.
dan	nld	Han blev kidnappet af Nordkorea.	Hij werd ontvoerd door Noord-Korea.
dan	nld	Jeg er gift og har to børn.	Ik ben getrouwd en heb twee kinderen.
dan	nld	Ken har flere bøger end dig.	Ken heeft meer boeken dan jij.
dan	nld	Giv mig et æble.	Geef me een appel.
dan	nld	Løven er junglens konge.	De leeuw is de koning van het oerwoud.
dan	nld	Tom har pollenallergi.	Tom is allergisch voor pollen.
dan	nld	Sami var analfabet.	Sami was analfabeet.
dan	nld	Godt begyndt er halvt fuldendt.	Een goed begin is het halve werk.
dan	nld	Jeg ved ikke hvad det er.	Ik weet niet wat dat is.
dan	nld	Han begik selvmord.	Hij heeft zelfmoord gepleegd.
dan	nld	Jeg arbejder på et hospital.	Ik werk in een ziekenhuis.
dan	nld	Flertalsformen af "person" er "people", ikke "persons".	Het meervoud van 'person' is 'people', geen 'persons'.
dan	nld	Alle veje fører til Rom.	Alle wegen leiden naar Rome.
dan	nld	Vi spiller ofte skak.	Wij spelen dikwijls schaak.
dan	nld	Disse sko er hendes.	Deze schoenen zijn van haar.
dan	nld	Han sagde ikke et ord.	Hij zei geen woord.
dan	nld	Tom elsker dig.	Tom houdt van jou.
dan	nld	Hvad tid begynder det?	Hoe laat begint het?
dan	nld	Jeg er enig med Tom.	Ik ben het eens met Tom.
dan	nld	Jeg har en hund.	Ik heb een hond.
dan	nld	Kan jeg hjælpe?	Kan ik helpen?
dan	nld	Elizabeth II er Englands dronning.	Elizabeth de 2de is de koningin van Engeland.
dan	nld	Glødepærer forbruger elektrisk strøm.	Gloeilampen verbruiken elektriciteit.
dan	nld	Du kom for sent.	Je was te laat.
dan	nld	Løven er konge af junglen.	De leeuw is de koning van het oerwoud.
dan	nld	Denne kasse indeholder æbler.	Deze doos bevat appels.
dan	nld	Denne dukke er en gave fra min tante.	Deze pop is een geschenk van mijn tante.
dan	nld	Mennesket er det eneste dyr der kan le.	De mens is het enige dier dat kan lachen.
dan	nld	De respekterer ham.	Ze respecteren hem.
dan	nld	Tom er forældreløs.	Tom is een wees.
dan	nld	Hvilket land er du fra?	Uit welk land kom je?
dan	nld	Kender du tilfældigvis hans navn?	Kent ge toevallig niet zijn naam?
dan	nld	Hun elsker Tom.	Ze houdt van Tom.
dan	nld	Mit fulde navn er Ricardo Vernaut, Junior.	Mijn volledige naam is Ricardo Vernaut Junior.
dan	nld	Spis hvad du vil.	Eet wat ge wilt.
dan	nld	Folk har en tendens til at undervurdere deres fremtidige behov.	De mensen zijn geneigd om hun toekomstige noden te onderschatten.
dan	nld	Lad ikke hunden sove i vores seng.	Laat de hond niet op ons bed slapen.
dan	nld	Luft er usynlig.	Lucht is onzichtbaar.
dan	nld	Mælk? Sukker?	Melk? Suiker?
dan	nld	Hun elsker Tom, ikke mig.	Ze houdt van Tom, niet van mij.
dan	nld	Du forstår mig.	Jij begrijpt me.
dan	nld	Sagen er løst!	Zaak opgelost!
dan	nld	Hvad kaldes denne fisk på engelsk?	Hoe noem je deze vis in het Engels?
dan	nld	Tom elsker dig.	Tom houdt van je.
dan	nld	Allen er poet.	Allen is een dichter.
dan	nld	Må jeg slukke lyset?	Mag ik het licht uitdoen?
dan	nld	At blive kysset på læberne gør mig lykkelig.	Op de lippen te worden gekust, maakt me gelukkig.
dan	nld	I fjor var han tre måneder på havet.	Hij heeft vorig jaar drie maanden op zee doorgebracht.
dan	nld	Han købte et dusin æg.	Hij kocht een dozijn eieren.
dan	nld	Jeg er tysk.	Ik ben Duits.
dan	nld	Antallet af europæere, der besøger Thailand hvert år, er meget stort.	Het aantal Europeanen dat elk jaar Thailand bezoekt is erg groot.
dan	nld	Han arbejder hele natten.	Hij werkt de hele nacht.
dan	nld	Fossile brændstoffer er hovedårsagen til den globale opvarmning.	Fossiele brandstoffen zijn de belangrijkste oorzaak van de globale opwarming.
dan	nld	Tom kan lide berlinerpfannkuchen.	Tom houdt van Berlijnse bollen.
dan	nld	"Hvor gammel er hun?" - "Hun er tolv år."	"Hoe oud is ze?" "Ze is twaalf jaar oud."
dan	nld	Det er gratis.	Dat is gratis.
dan	nld	Tom er en muselmand.	Tom is moslim.
dan	nld	Jeg er bange for vilde dyr.	Ik ben bang voor wilde dieren.
dan	nld	Jeg vil være der i morgen.	Ik zal er morgen zijn.
dan	nld	Han har syv sønner.	Hij heeft zeven zonen.
dan	nld	Maria vil ikke være en hippie.	Maria wil geen hippie zijn.
dan	nld	Jeg føler mig svimmel hver gang jeg står op.	Ik voel me duizelig elke keer als ik opsta.
dan	nld	Tag venligst dine sokker af.	Doe uw kousen uit a.u.b.
dan	nld	Vi går ud og spiser hver fredag.	We gaan uit eten op vrijdag.
dan	nld	Jeg sidder i min bil.	Ik zit in mijn auto.
dan	nld	Hvad gør du?	Wat doe je?
dan	nld	Kan man betale med check?	Mag men met een cheque betalen?
dan	nld	Han er bare en amatør.	Hij is maar een amateur.
dan	nld	Manden har ret.	De man heeft gelijk.
dan	nld	Tom har mange katte.	Tom heeft veel katten.
dan	nld	Darwin ændrede verden.	Darwin heeft de wereld veranderd.
dan	nld	Vil du danse med mig?	Wilt u met me dansen?
dan	nld	Jeg taler fransk til mine medarbejdere.	Ik spreek Frans met mijn personeel.
dan	nld	Jeg har en bog i min hånd.	Ik heb een boek in mijn hand.
dan	nld	Sjælen er kroppens fængsel.	De ziel is de gevangenis van het lichaam.
dan	nld	Jeg har en kat og en hund.	Ik heb een kat en een hond.
dan	nld	Han forlod soveværelset og gik ind i dagligstuen.	Hij verliet de slaapkamer en ging de woonkamer binnen.
dan	nld	Hvordan går det?	Hoe gaat het met u?
dan	nld	God rejse!	Goede reis!
dan	nld	Jeg har brug for jer.	Ik heb jullie nodig.
dan	nld	Ingen nyheder er gode nyheder.	Geen nieuws is goed nieuws.
dan	nld	Jeg taler engelsk.	Ik spreek Engels.
dan	nld	Alex er nonbinær.	Alex is non-binair.
dan	nld	Den, der ler sidst, ler bedst.	Wie het laatst lacht, lacht het best.
dan	nld	Jeg er en munk.	Ik ben een monnik.
dan	nld	Mary arbejder i et supermarked.	Mary werkt in een supermarkt.
dan	nld	Jeg elsker dig!	Ik hou van je!
dan	nld	Du kan blive her så længe du ønsker.	Je kan hier zo lang blijven als je wilt.
dan	nld	Det er mig.	Ik ben het.
dan	nld	Hvor er køkkenet?	Waar is de keuken?
dan	nld	Jeg kan lide at gå i biografen.	Ik ga graag naar de bioscoop.
dan	nld	Elizabeth den Anden er Englands dronning.	Elizabeth de 2de is de koningin van Engeland.
dan	nld	Er det en kat eller en hund?	Is dat een kat of een hond?
dan	nld	Hele familien steg ud af bilen.	De hele familie kwam uit de auto.
dan	nld	Jeg vil leve mit liv, med eller uden hende.	Ik zal mijn leven leven, met of zonder haar.
dan	nld	Stop!	Hou op!
dan	nld	Må jeg gå hjem?	Mag ik naar huis gaan?
dan	nld	Glem os ikke!	Vergeet ons niet!
dan	nld	Han spiste kager og drak te.	Hij at koek en dronk thee.
dan	nld	Disse fotos er blevet photoshoppet.	Deze foto's zijn bewerkt.
dan	nld	Har du hørt det?	Heeft u dat gehoord?
dan	nld	Tom håber at se dig i oktober.	Tom hoopt je in oktober te zien.
dan	nld	Jeg vil ikke skrive med den her pen.	Ik wil niet schrijven met deze pen.
dan	nld	Hvor er kaffen?	Waar is de koffie?
dan	nld	Jeg vil helst ikke vide det.	Ik wil dat liever niet weten.
dan	nld	Jeg taler svensk.	Ik spreek Zweeds.
dan	nld	Det er spildte penge.	Het is verspild geld.
dan	nld	Et internationalt sprog ville være til stor nytte for menneskeheden.	Een internationale taal zou de mensheid een enorm van nut zijn.
dan	nld	Bogen handler ikke om lingvistik.	Het boek gaat niet over taalkunde.
dan	nld	Jeg læste, at Brasiliens præsident er en kvinde. Hun hedder Dilma.	Ik las dat de president van Brazilië een vrouw is. Ze heet Dilma.
dan	nld	Vi blev født på samme dag.	We zijn op dezelfde dag geboren.
dan	nld	Han er dj.	Hij is een dj.
dan	nld	Han er DJ.	Hij is een dj.
dan	nld	Hvornår tager du af sted?	Wanneer vertrek je?
dan	nld	Jeg købte den her bog til mig selv, ikke min kone.	Ik heb dit boek voor mijzelf gekocht, niet voor mijn vrouw.
dan	nld	Jeg har ikke en bil.	Ik heb geen auto.
dan	nld	De kalder mig Bob.	Ze noemen me Bob.
dan	nld	Fugle flyver.	Vogels vliegen.
dan	nld	Jeg er chokeret.	Ik ben geschokt.
dan	nld	Jeg elsker det norske sprog!	Ik hou van de Noorse taal.
dan	nld	Det er en hemmelighed.	't Is een geheim.
dan	nld	København er en cykelvenlig by.	Kopenhagen is een fietsvriendelijke stad.
dan	nld	Jeg har brug for en taxi!	Ik heb een taxi nodig!
dan	nld	Han var meget træt.	Hij was erg moe.
dan	nld	Krigen begyndte i 1941.	De oorlog begon in 1941.
dan	nld	Stop tiden!	Stop de tijd!
dan	nld	En tre-d-scanner muliggør scanning af tre-d-objekter.	Een 3D-scanner maakt het mogelijk om driedimensionale voorwerpen te scannen.
dan	nld	Hvem har opfundet telefonen?	Wie heeft de telefoon uitgevonden?
dan	nld	Hvor er din bror?	Waar is je broer?
dan	nld	Jeg er ansvarlig for Toms sikkerhed.	Ik ben verantwoordelijk voor Toms zekerheid.
dan	nld	Jeg savner dig.	Ik mis je.
dan	nld	Hvordan er vejret?	Hoe is het weer?
dan	nld	Betty har slået ham ihjel.	Betty heeft hem gedood.
dan	nld	Jeg er ikke Tom.	Ik ben Tom niet.
dan	nld	De er sangere.	Zij zijn zangers.
dan	nld	Jeg har brug for mere kaffe.	Ik heb meer koffie nodig.
dan	nld	Vand er den oftest forekommende væske.	Water is de meest voorkomende vloeistof.
dan	nld	Hvor dyb er søen?	Hoe diep is het meer?
dan	nld	Hvor er mobiltelefonen?	Waar is de gsm?
dan	nld	Tom købte Australien som en gave til sin kone.	Tom heeft Australië gekocht als geschenk voor zijn vrouw.
dan	nld	Hvordan siger man "farvel" på tysk?	Hoe zeg je "vaarwel" in het Duits?
dan	nld	Ring til mig!	Telefoneer mij!
dan	nld	Jeg kan høre noget.	Ik hoor iets.
dan	nld	Jeg har i går læst bogen indtil side 80.	Ik heb gisteren het boek gelezen tot pagina tachtig.
dan	nld	Tom drikker ikke øl.	Tom drinkt geen bier.
dan	nld	Jeg ser hver dag tv.	Ik kijk iedere dag televisie.
dan	nld	En million er et syvcifret tal.	Miljoen is een getal met zeven cijfers.
dan	nld	Det glæder mig at se dig.	Ik ben blij je te zien.
dan	nld	Der var engang en kone, som så gerne ville have sig et lille bitte barn, men hun vidste slet ikke, hvor hun skulle få et fra.	Er was eens een vrouw die zo graag een kindje wilde hebben, maar zij wist absoluut niet waar ze dat kindje vandaan zou halen.
dan	nld	Jeg tænkte på dig.	Ik dacht aan jou.
dan	nld	Min bror er lille, men stærk.	Mijn broer is klein maar sterk.
dan	nld	Min kone er vegetar.	Mijn vrouw is een vegetariër.
dan	nld	Jeg ved hvor Tom arbejder.	Ik weet waar Tom werkt.
dan	nld	Sport er godt for dit helbred.	Sport is goed voor uw gezondheid.
dan	nld	Isen smeltede.	Het ijs is gesmolten.
dan	nld	Klokken er syv.	Het is zeven uur.
dan	nld	Hvad laver denne stol her?	Wat heeft deze stoel hier te zoeken?
dan	nld	Vi har to døtre og to sønner.	We hebben twee dochters en twee zonen.
dan	nld	Jeg er gift.	Ik ben getrouwd.
dan	nld	Bliv her!	Blijf hier!
dan	nld	Kan du tale fransk?	Kunnen jullie Frans spreken?
dan	nld	Bogen koster fem dollars.	Het boek kost vijf dollar.
dan	nld	Kys mig!	Kus me!
dan	nld	Mit hus står på en bakke.	Mijn huis staat op een heuvel.
dan	nld	Kan kaniner svømme?	Kunnen konijnen zwemmen?
dan	nld	Hvorfor er han løbet væk?	Waarom is hij weggelopen?
dan	nld	Hvor bor han?	Waar woont hij?
dan	nld	Det er pigen som jeg kender godt.	Dat is het meisje dat ik goed ken.
dan	nld	Bussen var tom bortset fra en ældre kvinde.	De bus was leeg, op een oude vrouw na.
dan	nld	Fuji-bjerget er et smukt syn ved solnedgang.	De berg Fuji ziet er mooi uit bij zonsondergang.
dan	nld	Tom kender Marys hunds navn.	Tom weet de naam van de hond van Maria.
dan	nld	Jeg kan godt lide at skrive digte.	Ik schrijf graag gedichten.
dan	nld	Han studerer amerikansk historie.	Hij studeert Amerikaanse geschiedenis.
dan	nld	Holder bussen her?	Stopt de bus hier?
dan	nld	Jeg ved intet om Linux.	Ik weet niets over Linux.
dan	nld	Min søn tror stadigvæk på sankt Nikolaus.	Mijn zoon gelooft nog steeds in Sinterklaas.
dan	nld	Du er en prins, Tom.	U bent een prins, Tom.
dan	nld	Han bærer altid mørke briller.	Hij draagt altijd een donkere bril.
dan	nld	Tom og Mary er hjemme i dag.	Tom en Mary zijn vandaag thuis.
dan	nld	Jeg kan ikke huske, hvor jeg har købt den.	Ik kan mij niet herinneren waar ik het gekocht heb.
dan	nld	Bor du her?	Woont u hier?
dan	nld	Her er der drager.	Hier zijn draken.
dan	nld	Vær så venlig at slukke lyset.	Doe het licht uit alstublieft.
dan	nld	Hvorfor vil regeringen læse mine e-mail?	Waarom wil de regering mijn e-mail lezen?
dan	nld	Hvad betyder det her ord?	Wat betekent dit woord?
dan	nld	Jeg har nogle bøger på engelsk.	Ik heb enkele boeken in het Engels.
dan	nld	Har du alkoholfrie drikke?	Hebt ge niet-alcoholische dranken?
dan	nld	Taler du japansk?	Spreek je Japans?
dan	nld	Jeg taler interlingua.	Ik spreek Interlingua.
dan	nld	Hvor mange værelser er der i dit hus?	Hoeveel kamers zijn er in je huis?
dan	nld	Dan får altid sine slips strøget.	Dan laat zijn stropdassen altijd strijken.
dan	nld	Jeg spiste det.	Ik at het.
dan	nld	Jeg elsker min mor.	Ik hou van mijn moeder.
dan	nld	Hvem ved?	Wie weet?
dan	nld	Hun har få venner.	Ze heeft weinig vrienden.
dan	nld	Er det en ny parfume?	Is dat een nieuwe parfum?
dan	nld	Mit navn er Ludwig.	Mijn naam is Ludwig.
dan	nld	Han opfører sig som et barn.	Hij gedraagt zich als een kind.
dan	nld	Penge har han, men lykkelig er han ikke.	Geld heeft hij, maar gelukkig is hij niet.
dan	nld	Hun spiser.	Ze eet.
dan	nld	Jeg har ledt efter Andy. Ved du hvor han er?	Ik zocht naar Andy. Weet je waar hij is?
dan	nld	Regningen, tak.	Mag ik de rekening?
dan	nld	I dag er det lørdag.	Vandaag is het zaterdag.
dan	nld	Denne her er fuld.	Deze hier is vol.
dan	nld	Bogen koster fem dollar.	Het boek kost vijf dollar.
dan	nld	Jeg er højrehåndet.	Ik ben rechtshandig.
dan	nld	Jeg har det godt.	Het gaat mij goed.
dan	nld	Facebook er blokeret i Kina.	Facebook is geblokkeerd in China.
dan	nld	Han tegner et æble.	Hij schetst een appel.
dan	nld	Tom var undervejs.	Tom was onderweg.
dan	nld	Schweizerfrancen er koblet til euroen.	De Zwitserse frank is aan de euro gekoppeld.
dan	nld	Jeg har en ven til i Kina.	Ik heb nog een vriend in China.
dan	nld	Jeg vil drikke noget koldt.	Ik wil iets kouds drinken.
dan	nld	Han er min bror.	Hij is mijn broer.
dan	nld	Kaffe og cigaretter.	Koffie en sigaretten.
dan	nld	Også mig!	Ik ook!
dan	nld	Du burde vide at man ikke spørger en dame om hendes alder.	U zou toch moeten weten dat je een dame niet naar haar leeftijd vraagt.
dan	nld	I køkkenet er der en kat.	In de keuken is een kat.
dan	nld	Italiensk er mit modersmål.	Italiaans is mijn moedertaal.
dan	nld	Jeg har ikke penge, men jeg har drømme.	Ik heb geen geld, maar ik heb dromen.
dan	nld	Hun er meget yngre end Tom.	Ze is veel jonger dan Tom.
dan	nld	Du har tre biler.	Jij hebt drie auto's.
dan	nld	Han har mindre tålmodighed end sin bror.	Hij heeft minder geduld dan zijn broer.
dan	nld	Filmen varede to timer.	De film duurde twee uur.
dan	nld	Mary arbejder i et supermarked.	Mary werkt bij een supermarkt.
dan	nld	Holder du af musik?	Hou je van muziek?
dan	nld	Jeg elsker norsk!	Ik hou van Noors!
dan	nld	Hun er en god svømmer.	Ze is een goed zwemster.
dan	nld	Tak for informationen.	Bedankt voor de inlichting.
dan	nld	Mit yndlingsord i tysk er ordet for »handske«.	Mijn favoriet woord in het Duits is het woord voor 'handschoen'.
dan	nld	Jeg hører dig, men jeg kan ikke se dig.	Ik hoor je maar ik kan je niet zien.
dan	nld	Normalt spiser vi tre gange om dagen.	Normaal eten wij driemaal per dag.
dan	nld	Jeg elsker dig.	Ik hou van jou.
dan	nld	Tom klatrede over muren.	Tom klauterde over de muur.
dan	nld	Tom er en farisæer.	Tom is een farizeeër.
dan	nld	Bygningerne er små sammenlignet med New Yorks skyskrabere.	De gebouwen zijn klein vergeleken met de wolkenkrabbers in New York.
dan	nld	Taler han engelsk?	Spreekt hij Engels?
dan	nld	Jeg kan læse uden briller.	Ik kan zonder bril lezen.
dan	nld	Jeg taler esperanto.	Ik spreek Esperanto.
dan	nld	Jeg synes han ser bedre ud med et skæg.	Ik vind dat hij er beter uitziet met een baard.
dan	nld	Glødepærer bruger strøm.	Gloeilampen verbruiken elektriciteit.
dan	nld	Jeg skal passe kaninen.	Ik moet voor het konijn zorgen.
dan	nld	Bratislava er Slovakiets hovedstad.	Bratislava is de hoofdstad van Slowakije.
dan	nld	Har du en ordbog?	Heb je een woordenboek?
dan	nld	Som julegave købte han hende bogen "Alice i Eventyrland".	Als kerstgeschenk kocht hij voor haar het boek "Alice in Wonderland".
dan	nld	Ikke alt kan købes for penge.	Niet alles is voor geld te koop.
dan	nld	Jeg har kendt John siden 1976.	Ik ken John al sinds 1976.
dan	nld	Tom er ikke her.	Tom is niet hier.
dan	nld	Jeg forstår ikke dette ord.	Ik begrijp dit woord niet.
dan	nld	Betty slog ham ihjel.	Betty heeft hem gedood.
dan	nld	Det var ikke første gang.	Dat was niet de eerste keer.
dan	nld	Tom er en muslim.	Tom is moslim.
dan	nld	Kan du virkelig ikke svømme?	Kan je echt niet zwemmen?
dan	nld	I dag er det mandag.	Vandaag is het maandag.
dan	nld	Hvorfor malede du bænken rød?	Waarom heb je de bank rood geschilderd?
dan	nld	Jeg må vide hvorfra disse citater kommer.	Ik moet weten van waar deze citaten komen.
dan	nld	Var der en bog på skrivebordet for et øjeblik siden?	Was er zo-even een boek op het bureau?
dan	nld	Min bedstefar var en pirat, en skattejæger.	Mijn grootvader was een piraat, een schattenjager.
dan	nld	Jeg har spillet tennis med min bror.	Ik heb tennis gespeeld met mijn broer.
dan	nld	Er du single?	Ben je vrijgezel?
dan	nld	Jeg tjener 100 euro om dagen.	Ik verdien €100 per dag.
dan	nld	Mary længe leve!	Lang leve Maria!
dan	nld	Han skriver bøger.	Hij schrijft boeken.
dan	nld	USA består af 50 forbundsstater.	De VS bestaan uit vijftig federale staten.
dan	nld	Tom er en svækling.	Tom is een zwakkeling.
dan	nld	Det er sjovt at spille baseball.	Het is leuk om honkbal te spelen.
dan	nld	Han har skrevet en bog om Kina.	Hij heeft een boek geschreven over China.
dan	nld	Hvorfor græder babyen?	Waarom huilt de baby?
dan	nld	Jeg skal barbere mig.	Ik moet me scheren.
dan	nld	Kjolen er grøn.	De jurk is groen.
dan	nld	Han sammenlignede kopien med originalen.	Hij vergeleek de kopie met het origineel.
dan	nld	Jeg føler mig allerede meget bedre.	Ik voel mij al veel beter.
dan	nld	Jeg er 18 år gammel.	Ik ben achttien jaar oud.
dan	nld	Vi kan ikke sove på grund af støjen.	We kunnen niet slapen vanwege het lawaai.
dan	nld	Det tilhører min bror.	Het is van mijn broer.
dan	nld	Vi kan ikke drikke mælk.	We kunnen geen melk drinken.
dan	nld	Hvor gammel er du?	Hoe oud bent u?
dan	nld	Han spiste ost og brød.	Hij at kaas en brood.
dan	nld	Jeg gik ind i caféen.	Ik ging het koffiehuis binnen.
dan	nld	Hvor gammel er han?	Hoe oud is hij?
dan	nld	Jeg elsker cider.	Ik hou van appelcider.
dan	nld	Taler du fransk?	Praat je Frans?
dan	nld	I morgen står jeg tidlig op.	Morgen sta ik vroeg op.
dan	nld	Min lejlighed er på anden etage.	Mijn appartement is op de tweede verdieping.
dan	nld	Tom har et skattekort.	Tom heeft een schatkaart.
dan	nld	Er det en kat?	Is dat een kat?
dan	nld	Løb ikke så hurtigt.	Loop niet zo snel.
dan	nld	Min søn tror på julemanden.	Mijn zoon gelooft in de Kerstman.
dan	nld	Schweizerfrancen er bundet til euroen.	De Zwitserse frank is aan de euro gekoppeld.
dan	nld	Min far har købt en ny bil.	Mijn vader heeft een nieuwe auto gekocht.
dan	nld	En uge har syv dage: mandag, tirsdag, onsdag, torsdag, fredag, lørdag og søndag.	Een week heeft zeven dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.
dan	nld	Det er en hemmelighed.	Het is een geheim.
dan	nld	Vores skole ligger tæt på stationen.	Onze school is dicht bij het station.
dan	nld	Jeg er enig med ham.	Ik ben het met hem eens.
dan	nld	Min bror vil dræbe mig.	Mijn broer zal me vermoorden.
dan	nld	Hvad er årsagen?	Wat is de oorzaak?
dan	nld	Han spiste appelsiner og æbler.	Hij at sinaasappels en appels.
dan	nld	Er det en ny parfume?	Is dat een nieuw parfum?
dan	nld	Drik dog noget kaffe. Den smager meget godt, synes jeg.	Drink toch wat koffie. Het smaakt zeer goed, vind ik.
dan	nld	I alfabetet kommer B efter A.	B komt na A in het alfabet.
dan	nld	Æbler er røde eller grønne.	Appels zijn rood of groen.
dan	nld	Disse hunde er store.	Deze honden zijn groot.
dan	nld	Er dette din cykel?	Is dit jouw fiets?
dan	nld	Min mor er smuk.	Mijn moeder is mooi.
dan	nld	Købe katten i sækken.	Een kat in de zak kopen.
dan	nld	Vil du have sukker eller mælk?	Wilt u suiker of melk?
dan	nld	Hvide duer er smukke fugle.	Witte duiven zijn mooie vogels.
dan	nld	Det vil tage en evighed at forklare det hele.	Ik heb een eeuwigheid nodig om alles uit te leggen.
dan	nld	Jeg er sulten.	Ik heb honger.
dan	nld	De tog metroen.	Ze namen de metro.
dan	nld	Jeg begynder i morgen.	Ik start morgen.
dan	nld	Bor han her?	Woont hij hier?
dan	nld	Tak!	Dank je wel!
dan	nld	Taler han engelsk, fransk eller tysk?	Spreekt hij Engels, Frans of Duits?
dan	nld	Hun gav sin far et kys på kinden.	Ze kuste haar vader op de wang.
dan	nld	Mike og Ken er venner.	Mike en Ken zijn vrienden.
dan	nld	Hun så meget smuk ud i sin nye kjole.	Ze zag er heel mooi uit in haar nieuwe jurk.
dan	nld	Jeg går til skolen til fods.	Ik ga lopend naar school.
dan	nld	Det overrasker mig ikke.	Dat is geen verrassing voor mij.
dan	nld	Jeg er en viking.	Ik ben een Viking.
dan	nld	Penge åbner alle døre.	Geld maakt alle deuren open.
dan	nld	I Europa er det allerede jul.	In Europa is het al Kerst.
dan	nld	Jeg har et spørgsmål.	Ik heb een vraag.
dan	nld	Kan du e-maile det?	Kun je dat per e-mail sturen?
dan	nld	Jeg flyttede i sidste måned.	Ik ben afgelopen maand verhuisd.
dan	nld	Hvornår blev hun født?	Wanneer is zij geboren?
dan	nld	Tom er aggressiv.	Tom is agressief.
dan	nld	Jeg læser denne bog.	Ik lees dit boek.
dan	nld	Kvinder og børn først!	Vrouwen en kinderen eerst!
dan	nld	Min hobby er mit akvarium.	Mijn hobby is mijn aquarium.
dan	nld	Hun købte grøntsager i går.	Ze heeft gisteren groenten gekocht.
dan	nld	Det eneste ledige værelse er et dobbeltværelse.	De enige vrije kamer is een dubbele kamer.
dan	nld	Denne hund er min.	Deze hond is van mij.
dan	nld	Tom ligner en zombie.	Tom ziet eruit als een zombie.
dan	nld	Vil du efterlade en besked?	Wilt u een boodschap achterlaten?
dan	nld	Jeg følte mig svimmel da jeg stod op.	Ik voelde me duizelig toen ik op stond.
dan	nld	Computere er i stand til at udføre meget kompliceret arbejde på et splitsekund.	Computers kunnen een heel ingewikkeld werk uitvoeren in een fractie van een seconde.
dan	nld	Han er et menneske uden skrupler.	Hij is een mens zonder scrupules.
dan	nld	I år tilbyder vi det samme sprogkursus som sidste år.	Dit jaar bieden we dezelfde taalcursus aan als vorig jaar.
dan	nld	Jeg følte mig svimmel da jeg stod op den næste dag.	Ik voelde me duizelig toen ik de volgende dag op stond.
dan	nld	Jeg kan ikke huske hvor jeg har købt den.	Ik kan mij niet herinneren waar ik het gekocht heb.
dan	nld	Ingen taler til mig.	Niemand praat met me.
dan	nld	For mange penge?	Te veel geld?
dan	nld	Hun spiller tennis hver dag.	Ze speelt iedere dag tennis.
dan	nld	Hans cykel er blå.	Zijn fiets is blauw.
dan	nld	Svar på spørgsmålet.	Beantwoord de vraag.
dan	nld	Sommeren er forbi.	De zomer is voorbij.
dan	nld	Har du nogensinde været i udlandet?	Ben je ooit in het buitenland geweest?
dan	nld	Ja.	Ja.
dan	nld	Vil du gifte dig med mig?	Wil je met me trouwen?
dan	nld	Jeg gik ind i det nye kontor.	Ik ging binnen in het nieuwe kantoor.
dan	nld	Jeg vil kæmpe til døden.	Ik zal tot de dood vechten.
dan	nld	Den flod løber ud i Stillehavet.	De rivier mondt uit in de Stille Oceaan.
dan	nld	Tom har ølmave.	Tom heeft een bierbuik.
dan	nld	Taler du japansk?	Spreekt u Japans?
dan	nld	Kommer Tom fra Frankrig? Jeg troede at han kom fra Belgien!	Tom komt uit Frankrijk? Ik dacht dat die uit België kwam.
dan	nld	Vi vil snart kende sandheden.	We zullen weldra de waarheid weten.
dan	nld	Hunden er død.	De hond is dood.
dan	nld	Senegals hovedstad er Dakar.	De hoofdstad van Senegal is Dakar.
dan	nld	Det er iskoldt.	Dat is ijskoud.
dan	nld	Januar er årets første måned.	Januari is de eerste maand van het jaar.
dan	nld	Han går derhen hver dag.	Hij gaat daar elke dag naartoe.
dan	nld	Gratulerer!	Proficiat!
dan	nld	Thailand ligger i Asien.	Thailand ligt in Azië.
dan	nld	Hvordan går det?	Hoe gaat het met je?
dan	nld	Jeg har brødre.	Ik heb broers.
dan	nld	Hvorfor græder du?	Waarom ben je aan het huilen?
dan	nld	Den første ting, som vi gjorde, var at kigge på pandaerne.	Het eerste wat we deden, was de naar de panda's te kijken.
dan	nld	Af de fire årstider kan jeg bedst lide sommeren.	Van de vier seizoenen hou ik het meest van de zomer.
dan	nld	Jeg er ikke bange.	Ik ben niet bang.
dan	nld	Hvad er USA's hovedstad?	Wat is de hoofdstad van de Verenigde Staten?
dan	nld	Det kan ikke være sandt.	Het kan niet waar zijn.
dan	nld	I Paris har jeg lejet et værelse for en måned.	In Parijs heb ik voor een maand een kamer gehuurd.
dan	nld	Den guitar er så dyr, at jeg ikke kan købe den.	Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.
dan	nld	Nej tak.	Nee, bedankt.
dan	nld	Hun bliver sytten til februar.	In februari wordt ze zeventien jaar.
dan	nld	Vi kender ham ikke.	We kennen hem niet.
dan	nld	Må jeg spise dette?	Kan ik dit eten?
dan	nld	Frankrig grænser op til Italien.	Frankrijk grenst aan Italië.
dan	nld	Jeg er turist.	Ik ben toerist.
dan	nld	Selv i en tid med økonomisk tilbagegang ønsker de at leve et menneskeværdigt liv.	Zelfs ten tijde van economische achteruitgang willen ze menswaardig leven.
dan	nld	Folk kalder ham Dave.	Mensen noemen hem Dave.
dan	nld	Jeg danser.	Ik dans.
dan	nld	Idiot!	Idioot!
dan	nld	I morgen er det søndag.	Morgen is het zondag.
dan	nld	Maden i mit land er ikke meget forskellig fra den i Spanien.	Het eten in mijn land is niet erg verschillend van dat in Spanje.
dan	nld	To og to er fire.	Twee plus twee is vier.
dan	nld	Jeg kan leve uden vand.	Ik kan leven zonder water.
dan	nld	Jeg er dødtræt.	Ik ben doodmoe.
dan	nld	1950’erne er præget af en kold krig mellem Øst og Vest.	De jaren 1950 worden overheerst door een koude oorlog tussen Oost en West.
dan	nld	Vi sad på en bænk i parken.	We zaten op een bank in het park.
dan	nld	Han var syg sidste uge.	Hij was vorige week ziek.
dan	nld	Jern er et nyttigt metal.	IJzer is een nuttig metaal.
dan	nld	Hun gav ham en ørefigen.	Ze gaf hem een oorvijg.
dan	nld	Vinteren vil blive streng.	De winter zal streng zijn.
dan	nld	Jeg kunne ikke høre lyden så godt.	Ik kon het geluid niet goed horen.
dan	nld	Jeg har ingen fremtid.	Ik heb geen toekomst.
dan	nld	Toget består af 15 vogne.	De trein bestaat uit vijftien wagons.
dan	nld	Edgar Degas havde mere held end mange malere.	Edgar Degas had meer geluk dan veel schilders.
dan	nld	Din søn er næsten en kopi af din far.	Je zoon is bijna een kopie van je vader.
dan	nld	Glødelamper bruger strøm.	Gloeilampen verbruiken elektriciteit.
dan	nld	Han er så bøsset.	Hij is zo homo.
dan	nld	Dette er hendes hus.	Dit is haar huis.
dan	nld	Mary fik en ansigtsløftning.	Mary kreeg een facelift.
dan	nld	Pigen holder af heste.	Het meisje houdt van paarden.
dan	nld	Vil du have noget at drikke?	Wil je iets om te drinken?
dan	nld	Jeg vil se dig i morgen på biblioteket.	Ik zie je morgen in de bibliotheek.
dan	nld	Næsten tre.	Bijna drie.
dan	nld	Drikker du te eller kaffe?	Drinkt u thee of koffie?
dan	nld	Boghvede er blevet dyrere.	Boekweit is duurder geworden.
dan	nld	I dag har jeg ingen energi.	Ik heb geen energie vandaag.
dan	nld	På Esperanto ender navneord på "o". Flertal dannes ved at tilføje "j".	In het Esperanto eindigt een zelfstandig naamwoord op een o. Het meervoud wordt gevormd door toevoeging van een j.
dan	nld	Katte kan se, selv på mørke steder.	Katten kunnen zelfs op donkere plaatsen zien.
dan	nld	Hvor kan jeg få fat i et kort over Europa?	Waar kan ik een kaart van Europa verkrijgen?
dan	nld	Tak, det er alt.	Bedankt, dat is alles.
dan	nld	I dag har jeg set en stjerne.	Ik heb vandaag een ster gezien.
dan	nld	Han fortalte mig sit livs historie.	Hij vertelde me zijn levensverhaal.
dan	nld	Jeg er arbejdsløs.	Ik ben werkloos.
dan	nld	Ingen har løst problemet.	Niemand heeft het probleem opgelost.
dan	nld	Har noget ændret sig?	Is er iets veranderd?
dan	nld	Øje for øje, tand for tand.	Oog om oog, tand om tand.
dan	nld	Må jeg stille et spørgsmål?	Mag ik een vraag stellen?
dan	nld	Elsker du Tom?	Hou jij van Tom?
dan	nld	Vi har ingen bil.	We hebben geen auto.
dan	nld	Jeg ventede på ham i en time.	Ik heb een uur op hem gewacht.
dan	nld	Klokken elleve er OK for mig.	Om elf past me goed.
dan	nld	Hun er meget smuk.	Zij is zeer mooi.
dan	nld	Tom dansede.	Tom danste.
dan	nld	Jeg har en stedbror.	Ik heb een stiefbroer.
dan	nld	Hellere en fugl i hånden end ti på taget.	Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.
dan	nld	Hvem har plantet træet?	Wie heeft de boom geplant?
dan	nld	Sværger du på at sige sandheden, hele sandheden, og intet andet end sandheden?	Zweert u de waarheid te zeggen, de hele waarheid, niets dan de waarheid?
dan	nld	Har man sagt A, må man også sige B.	Wie A zegt, moet ook B zeggen.
dan	nld	Min søn kom ind på mit værelse.	Mijn zoon kwam naar mijn kamer.
dan	nld	Tre is, tak.	Drie ijsjes, alstublieft.
dan	nld	Tom er trucker.	Tom is vrachtwagenchauffeur.
dan	nld	Jeg kan ikke tro at jeg har glemt det.	Ik kan niet geloven dat ik dat vergeten ben.
dan	nld	Hvad er klokken?	Hoe laat is het?
dan	nld	Hun kyssede mig på kinden og sagde godnat.	Ze kuste me op mijn wang en zei goedenacht.
dan	nld	Hvor længe skal jeg endnu blive på sygehuset?	Hoe lang moet ik nog in het ziekenhuis blijven?
dan	nld	Godt Nytår!	Gelukkig Nieuwjaar!
dan	nld	Hvad hedder du?	Hoe heet je?
dan	nld	Fabrikken starter produktion næste år.	De fabriek begint het volgende jaar te produceren.
dan	nld	Selv børn kan læse denne bog.	Zelfs kinderen kunnen dit boek lezen.
dan	nld	Jeg hedder Jack.	Ik heet Jack.
dan	nld	Hvad koster det slips?	Wat kost deze stropdas?
dan	nld	Jeg vil altid elske dig.	Ik zal altijd van je houden.
dan	nld	Manden er jægeren, og kvinden er hans bytte.	De man is de jager en de vrouw is zijn prooi.
dan	nld	Jeg læser ikke bøger.	Ik lees geen boeken.
dan	nld	1, 3 og 5 er ulige tal.	Eén, drie en vijf zijn oneven getallen.
dan	nld	Hvorfor vil regeringen læse mine e-breve?	Waarom wil de regering mijn e-mail lezen?
dan	nld	Toms far har alzheimer.	Toms vader heeft alzheimer.
dan	nld	Jeg ved hvor du bor.	Ik weet waar ge woont.
dan	nld	Mit stakkels hjerte lider.	Mijn arme hart lijdt.
dan	nld	Mit navn er Alex.	Mijn naam is Alex.
dan	nld	Jeg spiste æbler.	Ik at appels.
dan	nld	I går regnede det hele dagen.	Het regende gisteren de hele dag.
dan	nld	Tom er min ven.	Tom is mijn vriend.
dan	nld	På hvilken etage bor du?	Op welke verdieping woont ge?
dan	nld	Denne film er meget kontroversiel.	Deze film is zeer omstreden.
dan	nld	Hvor er din bror?	Waar is uw broer?
dan	nld	Den er der.	Het is daar.
dan	nld	Hun ryger tyve cigaretter om dagen.	Ze rookt twintig sigaretten per dag.
dan	nld	Hun er 31 år.	Ze is eenendertig jaar.
dan	nld	Hans bil sad fast i et tykt lag sne.	Zijn auto zat vast in een dikke laag sneeuw.
dan	nld	Han er skuespiller.	Hij is een toneelspeler.
dan	nld	Der findes mange dårlige mennesker i verden.	Er zijn veel slechte mensen in de wereld.
dan	nld	Gør det igen, ligesom før.	Doe het opnieuw, net zoals eerder.
dan	nld	Efter min mening er tysk det bedste sprog i verden.	Naar mijn mening is Duits de beste taal ter wereld.
dan	nld	Kommer hun? Det vil være godt hvis hun kom.	Zal ze komen? Het zou goed zijn als ze kwam.
dan	nld	Jeg har inviteret alle mine venner.	Ik heb al mijn vrienden uitgenodigd.
dan	nld	Vi er drenge.	We zijn jongens.
dan	nld	Jeg er nødt til at erstatte mit tastatur med et nyt.	Ik moet mijn toetsenbord vervangen door een nieuw.
dan	nld	Krigen varede i omkring to år.	De oorlog duurde ongeveer twee jaar.
dan	nld	Jeg har skrevet et brev på engelsk.	Ik heb een brief geschreven in het Engels.
dan	nld	Hvor er mine briller?	Waar is mijn bril?
dan	nld	Hun tog min hånd.	Ze nam mijn hand.
dan	nld	Min søster er ældre end min bror.	Mijn zus is ouder dan mijn broer.